2. De vaststaande feiten
2.1 Belanghebbende is geboren op 19 oktober 1953 en is gehuwd met C, geboren op 19 december 1954 (hierna: de echtgenoot).
2.2 Belanghebbende is rolstoelafhankelijk sinds zij op 6 maart 2002 acuut hevige pijn in haar rug en linkerbeen kreeg. Na een operatie op 28 maart 2002 verminderde de pijn, maar deze bleef onderin haar rug aanwezig en belanghebbende heeft dientengevolge functiebeperkingen in haar beweging. Belanghebbende is in haar dagelijks leven afhankelijk van een rolstoel.
2.3 De revalidatiearts van D, centrum voor revalidatie te L, heeft de toenmalige huisarts van belanghebbende bij brieven van 25 maart 2003 en 9 mei 2003 op de hoogte gesteld van de verslaglegging, welke onder meer inhoudt de anamnese, het niveau van functioneren, lichamelijk onderzoek en aanvullende informatie. In deze brieven wordt over belanghebbendes functioneren onder meer vermeld:
“(…) Huidig niveau van functioneren
Somatisch: patiënte vermeldt nog pijnklachten te krijgen in de handen, bij het lopen met krukken. Met name de vingergewrichten voelen stijf en soms dikker aan.
ADL: linkshandig. Kan zelf tot stand komen met steun van 2 elleboogkrukken. Losstaan lukt niet, wel met 2 krukken. Lopen maximaal 40 meter met 2 krukken.
Maatschappelijk: gehuwd, echtgenoot is beperkt door hartklachten (WPW). Twee kinderen, waarvan 1 dochter thuiswonend en 1 zoon uitwonend. Vrijstaande woning met slaapkamer en badkamer beneden. Aanpassingen in de vorm van verhoogde toiletten, bredere deuren, afwezigheid van drempels en patiënte gebruikt een tuinstoeltje in de douche. Patiënte heeft een eigen rolstoel via WVG. (…)
Conclusie:
Een 49-jarige vrouw met een blanco voorgeschiedenis. In maart 2002 acute hevige pijn in de rug, met uitstraling in het linkerbeen, waarvoor operatie in verband met foramenstenose volgde. Sindsdien functiestoornis en gevoelsstoornis in het linkerbeen, waarvoor uiteindelijk geen neurologische of orthopedische verklaring. Ook nu bij lichamelijk onderzoek geen evidente neurologische afwijkingen, behoudens enig reflexverschil, met name ook afwezigheid van atrofie (…)”
2.4 Tot 6 december 2003 woonden belanghebbende en haar echtgenoot in een koopwoning op het adres a-straat 7 te M. Op genoemde datum zijn zij verhuisd naar een koopwoning aan de b-straat 27 te M. Op 9 juli 2004 zijn zij verhuisd naar een koopwoning op het adres c-straat 15 te Z (hierna: de woning).
2.5 Belanghebbende en haar echtgenoot hebben de woning op 3 mei 2004 gekocht voor het bedrag € 652.500 vrij op naam. Na aankoop hebben zij aan de woning onderhouds- en verbouwingswerkzaamheden laten verrichten. Tevens hebben woningaanpassingen plaats gevonden in verband met de beperkingen van belanghebbende, zoals het rolstoeltoegankelijk maken van de woning.
2.6 Bij brief van 14 september 2004 hebben drie artsen verbonden aan D, te weten de revalidatiepsycholoog, de pijnrevalidatiearts en de revalidatiearts, de huidige huisarts van belanghebbende, E, geïnformeerd over haar beperkingen, waarbij is verwezen naar de onder 2.3 genoemde correspondentie en de daar aangehaalde informatie is herhaald.
2.7 Huisarts E heeft op 12 januari 2008 de volgende verklaring afgegeven:
“(…)Geachte heer/mevrouw,
[Belanghebbende] is rolstoelafhankelijk i.v.m. een functie- en gevoelsstoornis van haar Li been.Zij is in 2004 naar Z verhuisd .Op medisch advies is de woning aangepast.De ruimten zijn rolstoeltoegankelijk gemaakt en er zijn aanpassingen in haar huis aangebracht zodanig dat ze een goede en zelfstandige ADL kan behouden.Aanpassingen van dagmaat deuren, aanpassingen toilet en badkamer. Natte ruimte , keuken , bed en lichtknoppen aangepast qua hoogte en een traplift.
Gaarne bereid tot nadere toelichting
(…)”
2.8 In aanvulling op deze verklaring heeft E bij brief van 22 februari 2008 verklaard:
“(…) Geachte heer / mevrouw,
Toelichting op de brief van 12/01/2008
Gedurende de opname in D zijn er adviezen door de revalidatie arts en de ergotherapeut gegeven t.a.v. huiselijke aanpassingen .De lichtknoppen zijn dus op rolstoelhoogte aangebracht. Het voeteneinde van het bed is elektrisch verstelbaar om het vocht ’s nachts te laten afvloeien want door het zitten in de rolstoel hoopt het zich daar op.
Met vriendelijke groeten,
(…)”
2.9 Tussen partijen is niet in geschil dat aan de woning in de periode 2004 – 2005 een aantal aanpassingen zijn verricht om de woning rolstoeltoegankelijk en dat van de totale verbouwingskosten in het jaar 2004 een bedrag van € 25.385 aan de bedoelde aanpassingen kan worden toegerekend.