ECLI:NL:GHLEE:2012:BX9901
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de executeur voor onttrokken gelden aan de nalatenschap en de toepassing van artikel 3:194 lid 2 BW
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om de aansprakelijkheid van de executeur, [appellant], voor gelden die hij onttrokken had aan de nalatenschap van de overleden erflaatster, [de erflaatster]. De erflaatster had bij testament [appellant] en de geïntimeerden als erfgenamen benoemd, waarbij [appellant] ook als executeur was aangesteld. Na het overlijden van de erflaatster op 13 maart 2006, werd een bedrag van € 106.246,78 van de verkoop van de woning op de bankrekening van de nalatenschap bijgeschreven. [appellant] verrichtte echter verschillende opnames van deze rekening, wat leidde tot een blokkade van de rekening. De kantonrechter verleende op 15 mei 2009 aan [appellant] ontslag als executeur op verzoek van de geïntimeerden, die in eerste aanleg vorderden dat [appellant] onrechtmatig had gehandeld door gelden aan de nalatenschap te onttrekken en dat hij gehouden was tot schadevergoeding.
De rechtbank oordeelde in haar eindvonnis dat [appellant] onrechtmatig had gehandeld en veroordeelde hem tot betaling van € 70.000,- aan de geïntimeerden. [appellant] ging in hoger beroep en voerde zes grieven aan. Het hof oordeelde dat de eerste twee grieven faalden, maar dat de vijfde grief slaagde. Het hof concludeerde dat artikel 3:194 lid 2 BW niet van toepassing was, omdat [appellant] niet opzettelijk goederen had verzwegen of verborgen gehouden. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde [appellant] om € 59.500,- aan de geïntimeerden te betalen, met wettelijke rente vanaf 2 november 2009. Tevens werd [appellant] veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.