De beoordeling
De vaststaande feiten
1 Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2 (2.1 tot en met 2.4) van genoemd vonnis van 15 maart 2011 is geen grief ontwikkeld en ook anderszins is niet van bezwaren daartegen gebleken, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan.
Deze feiten, aangevuld met feiten die in hoger beroep zijn komen vast te staan, luiden:
1.1 [appellanten] hebben een woning gehuurd van Actium aan [adres] te [plaats] (gemeente [gemeente]). In 2009 had Actium in verband met een renovatie de huurovereenkomst opgezegd per 1 juni 2010.
1.2 Tussen partijen heeft een eerdere procedure plaatsgehad: in december 2009 heeft Actium in kort geding ontruiming van het gehuurde gevorderd. Zij heeft aangevoerd dat [appellanten] vanaf 2007 overlast aan omwonenden zijn gaan toebrengen, die vervolgens in ernst en frequentie is toegenomen. Deze overlast bestond onder meer uit het veroorzaken van ernstige geluidshinder door geschreeuw en veelvuldig geblaf van hun honden, door het uiten van bedreigingen, intimiderend gedrag, belediging, bij de buren naar binnen gluren, het omhoog houden van borden met beledigende teksten en het ongevraagd maken van foto’s van omwonenden. Daarnaast zou [appellant] een voor Actium werkzame schilder hebben mishandeld. De kantonrechter te Assen heeft de vordering bij vonnis van 25 januari 2010 toegewezen.
1.3 [appellanten] hebben daartegen tevergeefs spoedappel ingesteld; in zijn arrest van 20 april 2010 heeft dit hof de overwegingen van de kantonrechter overgenomen en daaraan het navolgende toegevoegd:
“Daargelaten wat de aanleiding is geweest voor het conflict tussen [appellant] en [appellante] enerzijds en de omwonenden anderzijds, uit de door Actium bij inleidende dagvaarding overgelegde producties, in onderling verband en samenhang bezien, komt duidelijk naar voren dat Actium vanaf 2007 met regelmaat klachten heeft ontvangen omtrent door [appellant] en [appellante] en hun honden veroorzaakte overlast voor de buurt(bewoners). Dat die klachten betrekking hadden op ernstige en niet te tolereren gedragingen van [appellant] en [appellante], blijkt voorshands evenzeer genoegzaam uit de betreffende producties. Het had op de weg van [appellant] en [appellante] gelegen de door Actium in overvloed geproduceerde bewijsmiddelen (waaronder een groot aantal bij een notaris onder ede afgelegde verklaringen van buurtbewoners) te ontzenuwen door de eigen stellingen eveneens met bewijsstukken te onderbouwen, zulks mede gelet op het feit dat de kort geding procedure zich niet leent voor het horen van getuigen. Het hof moet echter vaststellen dat [appellant] en/of [appellante] weliswaar in eerste aanleg een groot aantal producties hebben overgelegd, doch dat zich onder die producties niet één verklaring bevindt van een omwonende of een anderszins betrokken derde waaruit steun kan worden geput voor de door [appellant] en [appellante] betrokken stellingen en gevoerde verweren. De wel door [appellant] en/of [appellante] overgelegde producties ondersteunen weliswaar de stellingen dat de buurt zich ook jegens hen niet onbetuigd heeft gelaten, maar poetsen de aantijgingen van door [appellant] en [appellante] veroorzaakte ernstige en – ondanks waarschuwingen – herhaalde overlast die ontruiming in kort geding rechtvaardigt, allerminst weg.”
1.4 [appellanten] hebben de woning in februari 2010 verlaten. Op 19 februari 2010 hebben zij twee keer afval naar het zogenoemde brengstation in Roden gebracht.
De gemeente [gemeente] heeft Actium op 24 maart 2010 een bedrag van
€ 257,91 gefactureerd voor het ophalen van 5m3 grof vuil. Op de bijgevoegde acceptgiro is vermeld dat het gaat om “grof vuil [adres] te [plaats]”. Aannemersbedrijf [aannemersbedrijf] B.V heeft Actium € 219,- exclusief BTW in rekening gebracht als "loon week 8" van [werknemer] betreffende werk aan [adres] te [plaats]. Actium heeft [appellanten] (inclusief BTW) het saldo van
€ 518,52 in rekening gebracht. Dit bedrag is tot op heden niet betaald.
1.5 [appellanten] wonen inmiddels elders. Zij hebben nog een huurachterstand bij Actium van € 237,93.
1.6 Aan [adres] te [plaats] bevindt zich een duivenhok dat aan [appellanten] toebehoort. Actium heeft hen laten weten dat zij dit duivenhok door derden mogen laten ophalen.