ECLI:NL:GHLEE:2012:BY4620
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toewijzing schadevergoeding na onrechtmatige daad in verstekzaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, ging het om een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van de rechtbank Groningen, waarin haar vordering tot schadevergoeding werd afgewezen. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 7 mei 2006, waarbij [appellante] door [geïntimeerde] een schop tegen haar enkel kreeg. In eerste aanleg werd geoordeeld dat [appellante] niet aan haar stelplicht had voldaan, wat leidde tot afwijzing van haar vorderingen.
In hoger beroep, waar [geïntimeerde] niet verscheen, oordeelde het hof dat de rechtbank te streng was geweest in haar eisen aan de stelplicht van [appellante]. Het hof stelde vast dat de vorderingen van [appellante] niet onrechtmatig of ongegrond waren, en dat zij voldoende bewijs had geleverd van de onrechtmatige daad door [geïntimeerde].
Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en verklaarde voor recht dat [geïntimeerde] gehouden was tot het vergoeden van de schade die [appellante] had geleden, lijdt en zal lijden ten gevolge van het schopincident. De schadevergoeding dient nader te worden opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet. Tevens werd [geïntimeerde] veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties.