ECLI:NL:GHSGR:2000:AA8948
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. von Brucken Fock
- Oosterhof
- Stoker-Klein
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van gemaakte kosten na vrijspraak en veroordeling in drugszaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 12 december 2000 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een verzoeker die betrokken was bij twee drugszaken, met parketnummers 0975408797 en 0975403399. De verzoeker was verweten deel uit te maken van een criminele organisatie die zich bezighield met de invoer van cocaïne in Nederland. De rechtbank had de zaken afzonderlijk behandeld, maar het hof besloot tot voeging van de zaken. Op 30 juni 2000 werd de verzoeker vrijgesproken van de feiten in de eerste zaak, maar veroordeeld tot een gevangenisstraf van elf jaar in de tweede zaak. Na deze uitspraak heeft de verzoeker beroep in cassatie ingesteld tegen de veroordeling in de tweede zaak, die nog in behandeling was bij de Hoge Raad.
Vervolgens diende de verzoeker op 28 september 2000 een verzoekschrift in voor vergoeding van gemaakte kosten, stellende dat de zaak met parketnummer 0975408797 was geëindigd zonder veroordeling. Het hof heeft het verzoek op 10 november 2000 behandeld, waarbij de advocaat-generaal en de raadsman van de verzoeker aanwezig waren. Het hof oordeelde dat het verzoek tijdig was ingediend, maar dat de verzoeker niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek. Dit oordeel was gebaseerd op de interpretatie van de term 'de zaak' in het Wetboek van Strafvordering, waarbij het hof concludeerde dat de zaak niet was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel.
De beslissing van het hof benadrukt de noodzaak om de einduitspraak te onderzoeken en vast te stellen waarop het rechtsgeding betrekking had. De uitspraak is gedaan door de rechters A. von Brucken Fock, Oosterhof en Stoker-Klein, en is openbaar uitgesproken in de zitting van 12 december 2000.