ECLI:NL:GHSGR:2005:AU4777

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
5 oktober 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
2200793804
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van economische delicten

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 5 oktober 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank te Rotterdam. De verdachte, een vennootschap, was in eerste aanleg veroordeeld tot een geldboete van EUR 6.500,- voor economische delicten. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis en veroordeling van de verdachte tot een lagere geldboete van EUR 3.500,-. Echter, het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had begaan. Het hof achtte met name niet bewezen dat de in de container met nummer CAXU-483981-4 aangetroffen goederen, oude elektrische en elektronische eenheden, onder de relevante EG-verordening vielen. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.

Het hof heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden tijdens de terechtzittingen in zowel eerste aanleg als in hoger beroep. De advocaat-generaal heeft zijn vordering toegelicht, en de verdachte heeft zijn verweer gevoerd. Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. De beslissing om het vonnis van de rechtbank te vernietigen en de verdachte vrij te spreken, is genomen op basis van het gebrek aan bewijs. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. M.C. Erskine, en is openbaar gemaakt op de zitting van 5 oktober 2005.

Uitspraak

Rolnummer: 22-007938-04
Parketnummer: 10-161783-03
Datum uitspraak: 5 oktober 2005
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
economische kamer
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank te Rotterdam van 16 december 2004 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte vennootschap]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 21 september 2005.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, zoals ter terechtzitting in hoger beroep op vordering van de advocaat-generaal gewijzigd.
Van de dagvaarding en van de vordering wijziging tenlastelegging zijn kopieën in dit arrest gevoegd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte terzake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een geldboete van
EUR 6.500,-.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en tot veroordeling van de verdachte terzake van het subsidiair tenlastegelegde tot een geldboete van EUR 3.500,-.
Naar het oordeel van het hof is echter niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd. Met name acht het hof niet bewezen dat de in de container, voorzien van het nummer CAXU-483981-4, aangetroffen goederen, oude elektrische en elektronische eenheden betreffen, als bedoeld onder code A1180 genoemd in bijlage V, deel I, lijst A van de in de tenlastelegging genoemde EG-verordening. Derhalve behoort de verdachte te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mrs. J. Borgesius en
J.A. van Kempen en dr. G.J. Fleers, in bijzijn van de griffier mr. M.C. Erskine.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 5 oktober 2005.
Dr. G.J. Fleers is buiten staat dit arrest te ondertekenen.