ECLI:NL:GHSGR:2005:AU4777
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J. Borgesius
- J.A. van Kempen
- G.J. Fleers
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van economische delicten
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 5 oktober 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank te Rotterdam. De verdachte, een vennootschap, was in eerste aanleg veroordeeld tot een geldboete van EUR 6.500,- voor economische delicten. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis en veroordeling van de verdachte tot een lagere geldboete van EUR 3.500,-. Echter, het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had begaan. Het hof achtte met name niet bewezen dat de in de container met nummer CAXU-483981-4 aangetroffen goederen, oude elektrische en elektronische eenheden, onder de relevante EG-verordening vielen. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.
Het hof heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden tijdens de terechtzittingen in zowel eerste aanleg als in hoger beroep. De advocaat-generaal heeft zijn vordering toegelicht, en de verdachte heeft zijn verweer gevoerd. Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. De beslissing om het vonnis van de rechtbank te vernietigen en de verdachte vrij te spreken, is genomen op basis van het gebrek aan bewijs. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. M.C. Erskine, en is openbaar gemaakt op de zitting van 5 oktober 2005.