ECLI:NL:GHSGR:2007:BB2087
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Postema
- M. Engel
- J. van Knobelsdorff
- Rechtspraak.nl
Heffing onroerende-zaakbelastingen en gebruik door belanghebbende
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 mei 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende B.V. tegen de beslissing van de heffingsambtenaar met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen voor de jaren 1997, 1998 en 1999. De mondelinge behandeling vond plaats op 3 april 2007, waarbij beide partijen aanwezig waren. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag die was opgelegd voor het gebruik van een onroerende zaak, een hangar, die zij krachtens recht van opstal in gebruik had. De aanslag was gebaseerd op een heffingsmaatstaf van € 2.519.024, met een uiteindelijke aanslagbedrag van € 5.591,03.
Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende op 1 januari 2001 genothebbende was van de hangar, die bestemd was voor het stallen van vliegtuigen. De hangar was onderverdeeld in hallen die op contractbasis waren verhuurd aan verschillende partijen. De Inspecteur had de aanslag ambtshalve verminderd tot een waarde van € 2.000.000, na een eerdere overeenkomst tussen partijen over de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak.
Het geschil draaide om de vraag of belanghebbende de onroerende zaak gebruikte in de zin van de Verordening onroerende-zaakbelastingen 1997. Het Hof oordeelde dat belanghebbende terecht als gebruiker in de heffing was betrokken, maar dat de aanslag moest worden verminderd tot de eerder overeengekomen waarde. De uitspraak van de heffingsambtenaar werd vernietigd en de aanslag werd aangepast. De kosten van de procedure werden niet toegewezen aan de Inspecteur, omdat er geen bewijs was van gemaakte proceskosten door belanghebbende.