ECLI:NL:GHSGR:2007:BB6672

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/8 KG
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding over verzettermijn en bekendheid met verstekvonnis

In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [appellant 1] en Strategos B.V. tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam. De voorzieningenrechter had op 28 maart 2006 verstek verleend tegen [appellant 1] en Strategos, nadat [geïntimeerde] hen had gedagvaard wegens een lastercampagne. [appellant 1] en Strategos waren niet verschenen op de zitting en de vorderingen van [geïntimeerde] werden grotendeels toegewezen. Op 21 juni 2006 hebben [appellant 1] en Strategos verzet aangetekend tegen het verstekvonnis, maar de voorzieningenrechter verklaarde hen niet ontvankelijk in hun verzet in het vonnis van 30 augustus 2006. De voorzieningenrechter oordeelde dat [appellant 1] op 10 april 2006 het verstekvonnis aan zijn advocaat had overhandigd, wat volgens de voorzieningenrechter betekende dat hij bekend was met de inhoud van het vonnis.

In het hoger beroep hebben [appellant 1] en Strategos zes grieven aangevoerd, waarbij zij betogen dat de brief van hun advocaat, mr. Smith, van 12 juni 2006 niet aan hen kan worden toegerekend. Zij stellen dat de bekendheid met het verstekvonnis niet noodzakelijkerwijs voortvloeit uit het overhandigen van het vonnis aan de advocaat, omdat [appellant 1] zich niet bewust was van de inhoud van de stukken die hij had overhandigd. Het hof oordeelt dat, behoudens bijzondere omstandigheden, aangenomen moet worden dat de bekendheid met het verstekvonnis voortvloeit uit het overhandigen aan de advocaat. Aangezien [appellant 1] en Strategos bijzondere omstandigheden hebben aangevoerd, worden zij in de gelegenheid gesteld deze te bewijzen.

Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden in afwachting van de bewijslevering. Indien bewijs door getuigen gewenst is, zal dit plaatsvinden op 28 november 2007 in het Paleis van Justitie te ’s-Gravenhage, onder leiding van raadsheer-commissaris mr. S.A. Boele. Het arrest is gewezen op 18 oktober 2007 door mrs. A. Dupain, S.A. Boele en G. Dulek-Schermers.

Uitspraak

Uitspraak: 18 oktober 2007
Rolnr. 07/8 KG
Rolnr. rb.: KG ZA 06-594
HET GERECHTSHOF TE ’s-GRAVENHAGE, eerste civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van
1. [APPELLANT 1],
wonende te [plaatsnaam],
hierna: [Appellant 1],
2. STRATEGOS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
hierna: Strategos,
appellanten,
procureur: mr. E. Grabandt,
tegen
[GEïNTIMEERDE],
wonende te [plaatsnaam],
hierna: [geïntimeerde],
geïntimeerde,
procureur: mr. A.M.M. van der Valk.
Het geding
Bij exploot van 27 september 2006 hebben [appellant 1] en Strategos hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam van 30 augustus 2006 gewezen tussen [appellant 1] en Strategos als opposanten in conventie/verweerders in reconventie en [geïntimeerde] als geopposeerde in conventie/eiser in reconventie. Bij memorie van grieven (met producties) hebben [appellant 1] en Strategos tegen dit vonnis zes grieven aangevoerd die door [geïntimeerde] bij memorie van antwoord (met producties) zijn bestreden. Tenslotte hebben partijen stukken gefourneerd en arrest gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
1.1 Het gaat in deze zaak om het volgende. [geïntimeerde] heeft [appellant 1] en Strategos in kort geding doen dagvaarden en gevorderd, kort samengevat, dat [appellant 1] en Strategos worden gelast de door hen tegen [geïntimeerde] gevoerde lastercampagne te staken en gestaakt te houden, met nevenvorderingen. [appellant 1] en Strategos zijn op de behandeling van het kort geding niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft in haar vonnis van 28 maart 2006 verstek tegen [appellant 1] en Strategos verleend en de vorderingen van [geïntimeerde] voor een groot gedeelte toegewezen. Bij verzetdagvaarding van 21 juni 2006 zijn [appellant 1] en Strategos tegen dit vonnis in verzet gekomen. De voorzieningenrechter heeft hen in haar thans in appel bestreden vonnis van 30 augustus 2006 niet ontvankelijk verklaard in hun verzet. Zij overwoog dat uit de brief van 12 juni 2006 van de advocaat van [appellant 1] en Strategos blijkt en als onweersproken vaststaat, dat [appellant 1] op 10 april 2006 zijn raadsman het verstekvonnis van 28 maart 2006 heeft overhandigd en dat, nu hij dat gedaan heeft in het verband van het verzoek om juridische bijstand mede met betrekking tot dat vonnis, uit deze daad noodzakelijk voortvloeit dat [appellant 1] en Strategos bekend zijn geworden met het verstekvonnis en de inhoud daarvan in de zin van art. 143 Rv.
1.2 De grieven richten zich alle tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat [appellant 1] en Strategos niet-ontvankelijk zijn in hun verzet. Zij voeren daartoe in hoofdzaak het volgende aan: de brief van de raadsman van [appellant 1] en Strategos, mr. Smith, van 12 juni 2006 kan niet aan [appellant 1] en Strategos worden toegerekend, die brief is door mr. Smith aan de deken geschreven in het kader van een tegen hem aanhangig gemaakte klacht, de door art. 143 Rv. vereiste daad van bekendheid moet naar buiten zijn gericht, daarvan is in dit geval geen sprake nu [appellant 1] een stapel stukken aan zijn advocaat heeft overhandigd, [appellant 1] werd op het moment dat hij naar mr. Smith stapte overstelpt met allerlei exploten, hij heeft heel de stapel stukken opgepakt en op het bordje van mr. Smith gelegd, zonder zich bewust te zijn van de inhoud van de diverse stukken en de implicaties daarvan, hieruit volgt dus niet noodzakelijkerwijs dat [appellant 1] op het moment van het achterlaten van die stapel wetenschap had van (de inhoud van) het verstekvonnis, voor een “vermoeden van bekendheid” is geen plaats.
1.3 Het hof oordeelt als volgt. In zijn brief van 12 juni 2006 schrijft mr. Smith dat [appellant 1] hem op 10 april 2006 heeft verzocht hem en zijn besloten vennootschap Strategos juridische bijstand te verlenen, dat deze juridische bijstand betrekking had op enkele reeds aanhangig gemaakte en aangekondigde procedures en dat [appellant 1] hem een verstekvonnis van 28 maart 2006 in de procedure tegen [geïntimeerde] overhandigde. [appellant 1] heeft de feiten die mr. Smith aldus heeft vermeld niet weersproken en geen grief is gericht tegen de overweging van de voorzieningenrechter, dat het handelen van [appellant 1] in deze tevens beschouwd kan worden als handelen van Strategos. Het hof is van oordeel dat in het algemeen en behoudens bijzondere, door [appellant 1] en Strategos aan te voeren omstandigheden, aangenomen zal moeten worden dat uit het overhandigen van het verstekvonnis aan zijn advocaat en het daaraan verbonden verzoek hem en Strategos terzake juridisch bij te staan, de bekendheid van [appellant 1] (en daarmee van Strategos) met het verstekvonnis noodzakelijk voortvloeit. Aangezien [appellant 1] en Strategos evenwel bijzondere omstandigheden hebben aangevoerd die, indien juist, ertoe zouden kunnen leiden dat die gevolgtrekking in dit geval niet mag worden gemaakt, zal het hof [appellant 1] en Strategos in de gelegenheid stellen die omstandigheden te bewijzen.
1.4 In afwachting van de bewijslevering zal het hof iedere verdere beslissing aanhouden.
Beslissing
Het hof:
- laat [appellant 1] en Strategos toe tot de hierboven in r.o. 1.3 bedoelde bewijslevering;
- bepaalt dat indien zij bewijs door getuigen wensen te leveren, het getuigenverhoor zal worden gehouden in één der lokalen van het Paleis van Justitie, Prins Clauslaan nr. 60 te ’s-Gravenhage, ten overstaan van de hierbij benoemde raadsheer-commissaris mr. S.A. Boele, op woensdag 28 november 2007 te 10.00 uur, dan wel, indien een der partijen binnen twee weken na heden, onder gelijktijdige opgave van de verhinderdata van beide partijen voor de maanden december 2007 en januari 2008, opgeeft verhinderd te zijn, op een door de raadsheer-commissaris nader te bepalen datum en tijdstip;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. A. Dupain, S.A. Boele en G. Dulek-Schermers en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 oktober 2007, in aanwezigheid van de griffier.