ECLI:NL:GHSGR:2008:BC1138

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
3 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-996526-07
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • H.D.W. Klein Breteler
  • W.P.C.M. Bruinsma
  • E. Fockema Andreae-Hartsuiker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis onder voorwaarden van borgsom en andere verplichtingen

Op 3 januari 2008 heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage in de zaak met parketnummer 10-996526-07 een beslissing genomen in de raadkamer. De verdachte, geboren in 1955 en thans verblijvende in PI Rijnmond, had een verzoek ingediend tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof heeft de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst onder de voorwaarde dat er een borgsom van 10 miljoen euro wordt gestort of een bankgarantie wordt afgegeven. Daarnaast zijn er meerdere voorwaarden aan de schorsing verbonden, waaronder dat de verdachte zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis zal onttrekken, zich aan oproepingen van justitie zal houden, en zich gedurende de schorsing niet aan een misdrijf zal schuldig maken. De verdachte moet ook zijn paspoorten en andere reisdocumenten inleveren en mag Nederland niet verlaten zonder toestemming van de Officier van Justitie. Het hof heeft zich verenigd met de bestreden beschikking van de rechtbank te Rotterdam en heeft het mondeling verzoek tot schorsing toegewezen, onder de voorwaarden dat de borgsom of bankgarantie ter goedkeuring van de Officier van Justitie wordt ontvangen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte, mr. D.S. Schreuders.

Uitspraak

Raadkamer
Gerechtshof te ’s-Gravenhage
Postbus 20302 2500 EH ’s-Gravenhage
Parketnummer: 10-996526-07
Gezien de akte van de griffier van de rechtbank te Rotterdam van 4 december 2007 waarbij door
Naam [verdachte]
Geboren [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats]
Thans verblijvende in PI Rijnmond, De Schie, R'dam
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking d.d. 3 december 2007 van de rechtbank te Rotterdam houdende het bevel tot gevangenhouding.
Gezien de beschikking waarvan beroep.
Gelet op het mondeling verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door diens raadsman, mr. D.S. Schreuders.
Overwegende, dat het hof zich verenigt met de bestreden beschikking en de gronden, waarop deze berust.
Overwegende, dat het hof termen aanwezig acht de voorlopige hechtenis te schorsen.
Beschikkende:
Bevestigt de beschikking waarvan beroep.
Wijst toe het mondeling verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van het moment dat een bedrag van 10.000.000 euro ontvangen is op rekeningnummer 19.23.28.433 t.n.v. het Landelijk Parket te Rotterdam (onder vermelding van borgsom + parketnummer) danwel een bankgarantie voor hetzelfde bedrag bij een gerenommeerde West Europese bank e.e.a. ter goedkeuring van de Officier van Justitie, tevens onder de voorwaarden:
1. Dat verdachte, indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen, zich aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis niet zal onttrekken;
2. Dat verdachte, ingeval hij wegens het feit, waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen, tot andere dan vervangende hechtenis mocht worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
3. Dat verdachte aan iedere oproeping in deze zaak vanwege de justitie of politie gevolg zal geven;
4. Dat verdachte zich gedurende de schorsing niet aan een misdrijf zal schuldig maken;
5. Dat verdachte van iedere adreswijziging tevoren zal kennisgeven aan de Officier van Justitie bij de rechtbank of aan de Advocaat-Generaal bij het Gerechthof;
en de bijzondere voorwaarden:
-dat verdachte alle paspoorten en eventuele andere reisdocumenten inlevert bij de Officier van Justitie;
-dat verdachte gedurende de schorsing geen nieuwe reisdocumenten aanvraagt;
-dat verdachte het grondgebied van Nederland in Europa niet verlaat zonder toestemming van de Officier van Justitie;
Aldus gedaan op 3 januari 2008
door mr. H.D.W. Klein Breteler, voorzitter, mr. W.P.C.M. Bruinsma en mr. E. Fockema Andreae-Hartsuiker, raadsheren, in tegenwoordigheid van E. Looye, griffier, en door de voorzitter en griffier ondertekend.
……………………………………………… ………………………………………………
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof gelast de tenuitvoerlegging van vorenstaande beschikking en brengt deze ter kennis van verzoeker.
's-Gravenhage, 3 januari 2008
De advocaat-generaal,