ECLI:NL:GHSGR:2008:BG6956
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Dusamos
- A. van Dijk
- B. Bouritius
- Rechtspraak.nl
Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en de verkrijging van de Nederlandse nationaliteit
In deze zaak gaat het om de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de vader over de minderjarige [de minderjarige], geboren op [datum] 2004 te [woonplaats]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft het hof verzocht om de beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage van 17 september 2007 te vernietigen, waarin haar verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap werd afgewezen. De moeder stelt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de erkenning van de minderjarige door de vader op 23 juni 2005 in de weg staat aan haar verzoek, omdat het artikel 1:207 lid 2 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW) voorkomt dat een kind tot meer dan twee personen in een familierechtelijke betrekking komt te staan. De moeder betoogt dat er in dit geval geen sprake is van een dergelijke situatie en dat het belang van de minderjarige bij een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap groot is, omdat dit de verkrijging van de Nederlandse nationaliteit van rechtswege zou bevorderen.
Het hof heeft de argumenten van de moeder overwogen, maar is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft beslist tot afwijzing van het verzoek. Het hof concludeert dat er geen feiten of omstandigheden zijn die tot een ander oordeel leiden. De moeder heeft ook verwezen naar eerdere uitspraken van andere gerechtshoven, maar het hof verwerpt deze argumenten. Het hof stelt vast dat de moeder met haar verzoek geen afstammingsrelatie beoogt te creëren, maar enkel de verkrijging van de Nederlandse nationaliteit voor de minderjarige. Dit belang wordt echter niet beschermd door artikel 1:207 BW.
De advocaat-generaal heeft in zijn conclusie aangegeven dat de grieven van de moeder ongegrond zijn en dat de verkrijging van het Nederlanderschap in een andere procedure aan de orde moet worden gesteld. Het hof heeft uiteindelijk de bestreden beschikking bekrachtigd, waarmee het verzoek van de moeder werd afgewezen. De uitspraak is gedaan door mrs. Dusamos, Van Dijk en Bouritius, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 26 november 2008.