ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ5335
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van den Wildenberg
- A. Mink
- E. de Haan-Boerdijk
- Rechtspraak.nl
Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen zonder psychische stoornis
In deze zaak gaat het om de onderbewindstelling van een meerderjarige vrouw, hierna aangeduid als de moeder, die in hoger beroep verzoekt om opheffing van het bewind dat op haar rust. De moeder stelt dat zij volledig in staat is haar eigen vermogensrechtelijke belangen te behartigen en dat er geen sprake is van een psychische stoornis die een onderbewindstelling rechtvaardigt. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de moeder, gezien haar lichamelijke en geestelijke toestand, niet in staat was om haar belangen zelf te behartigen, wat leidde tot de instelling van het bewind in 2006. De moeder voert aan dat zij geen hulp nodig heeft en dat haar dochter en schoonzoon haar altijd op de hoogte hebben gehouden van de betekenis van de documenten die zij ondertekende.
De zoon van de moeder daarentegen, evenals de bewindvoerder, zijn van mening dat de moeder kwetsbaar is en onder druk staat van haar dochter en schoonzoon. De zoon stelt dat de moeder, nu zij 86 jaar oud is en een heupfractuur heeft gehad, niet meer in staat is om haar belangen adequaat te behartigen. De bewindvoerder wijst op verschillende incidenten die aantonen dat de moeder onder druk staat en dat haar belangen niet goed worden behartigd door haar dochter en schoonzoon. Het hof overweegt dat voor het instellen van bewind niet noodzakelijk is dat er sprake is van een psychische stoornis, maar dat het voldoende is dat de meerderjarige niet in staat is om zijn of haar vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen.
Na het horen van de argumenten van beide partijen en het beoordelen van de ingediende stukken, concludeert het hof dat de gronden voor de onderbewindstelling nog steeds bestaan. Het hof bekrachtigt daarom de eerdere beslissing van de rechtbank om het bewind niet op te heffen. De moeder blijft onder bewind staan, en het hof wijst het verzoek tot opheffing van het bewind af.