ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ5674
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Labohm
- A. van Dijk
- B. Bouritius
- Rechtspraak.nl
Bepaling van partneralimentatie en behoefte onderbouwd met inkomen en uitgavenpatroon
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 14 januari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de partneralimentatie tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, stelde dat haar behoefte aan alimentatie gebaseerd moest worden op de 60% norm van het netto gezinsinkomen tijdens het huwelijk. De man, verweerder in hoger beroep, bestreed deze norm en voerde aan dat de vrouw gewend was aan een laag uitgavenpatroon, aangezien zij en haar ex-partner tijdens hun huwelijk zeer zuinig leefden. Het hof overwoog dat de vrouw onvoldoende bewijs had geleverd voor haar behoefte aan alimentatie, aangezien zij na 6 november 2008 geen behoeftelijst had overgelegd en haar stellingen niet voldoende had onderbouwd.
De vrouw verklaarde ter zitting dat zij matig leeft, met een huur van € 500,- per maand en geen bijzondere kosten. Het hof nam in overweging dat de man een aanzienlijk inkomen had tijdens het huwelijk en dat er een spaarbedrag was opgebouwd. De vrouw werkte 32 uur per week en verdiende gemiddeld € 1.350,- netto per maand. Het hof concludeerde dat de vrouw niet voldoende had aangetoond dat zij niet in haar eigen levensonderhoud kon voorzien en dat de bestreden beschikking van de rechtbank, die de alimentatie had vastgesteld, moest worden bekrachtigd.
De beslissing van het hof houdt in dat de vrouw geen recht heeft op aanvullende partneralimentatie, omdat zij in staat wordt geacht om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing van de behoefte aan alimentatie en de rol van het inkomen en uitgavenpatroon van de betrokken partijen.