ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ7244
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Raadkamer
- A.R.O. Mooy
- A. de Lange
- S.B.M. Voorhoeve
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beklag ex artikel 12 Sv. inzake vermeende corruptie door een burgemeester
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 23 juni 2009 uitspraak gedaan over een beklagprocedure van klager, die zich benadeeld voelde door de beslissing van de officier van justitie om niet tot vervolging van beklaagde, de voormalig burgemeester van [plaats], over te gaan. Klager had in 1999 en 2000 te maken met ernstige beschuldigingen die leidden tot bedreigingen en mishandelingen, en hij verzocht het hof om een diepgravend onderzoek naar de gang van zaken en de integriteit van de politie in [plaats]. Het hof oordeelde dat de beklagprocedure niet de ruimte biedt voor een dergelijk onderzoek en dat de beslissing van de officier van justitie om niet te vervolgen, op basis van de beschikbare feiten, niet onjuist was. Het hof concludeerde dat er geen bewijs was dat beklaagde de uitkomst van het onderzoek negatief had beïnvloed en dat klager niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van corruptie in de zin van het Wetboek van Strafrecht. Het hof wees het beklag af, waarbij het benadrukte dat de burgemeester handelde zoals het een goed burgemeester betaamt door een onderzoek naar de politie te verzoeken. De beslissing van het hof is definitief, er staat geen gewoon rechtsmiddel open.