GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Familiesector
Uitspraak : 10 februari 2010
Zaaknummer : 105.012.193/01
Rekestnr. rechtbank : FA RK 05/2462
[appellant]
wonende te [woonplaats]
verzoekster, tevens incidenteel verweerster, in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. A.M. van de Lest-van Berkel te Utrecht,
[geïntimeerde]
wonende te [woonplaats]
verweerder, tevens incidenteel verzoeker, in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. A.C.M. Verhoeven te Rotterdam.
VERDER PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
1. Het hof heeft op 4 maart 2009 een tussenbeschikking gegeven. Bij deze tussenbeschikking heeft de hof de zaak aan zich gehouden om in hoger beroep op de hoofdzaak te beslissen, is een comparitie van partijen gelast, een raadsheer-commissaris benoemd en iedere verdere beslissing aangehouden.
2. Van de zijde van de vrouw is bij het hof op 19 augustus 2009 een aanvullend stuk ingekomen.
3. Van de zijde van de man is bij het hof op 1 september 2009 een aanvullend stuk ingekomen.
4. Op 14 oktober 2009 is de mondelinge behandeling voortgezet. Hierbij zijn verschenen: de vrouw bijgestaan door haar advocaat en de man bijgestaan door zijn advocaat.
5. Nadien is bij het hof ingekomen:
-een brief van de zijde van vrouw, ingekomen op 2 november 2009;
-een brief van de zijde van de man, ingekomen op 20 november 2009.
VERDERE BEOORDELING VAN HET PRINCIPALE EN INCIDENTELE BEROEP
6. Het hof handhaaft hetgeen bij zijn beschikking van 4 maart 2009 is overwogen. Aan de orde zijn thans nog in het kader van de verrekening van de vereffening van de huwelijkse voorwaarden:
a.de omvang van de niet uitgekeerde winsten, voor zover in het maatschappelijk verkeer als redelijk beschouwd, tijdens het huwelijk;
b.de onderscheiden waarden van de echtelijke woning per medio, dat wil zeggen, 1 juli 1999 en per 29 april 2005.
De omvang van de niet-uitgekeerde winsten
6. Uit de gewisselde stukken en het verhandelde ter terechtzitting volgt dat partijen ter zake van de omvang van de niet-uitgekeerde winsten niet tot overeenstemming hebben kunnen geraken. Het hof zal derhalve zoals reeds overwogen in de tussenbeschikking van 4 maart 2009 en met partijen ter terechtzitting besproken een deskundige benoemen teneinde de omvang hiervan vast te stellen. Hiertoe hebben partijen ter terechtzitting verzocht de heer drs [deskundige] te verzoeken zijn deskundigenonderzoek – zoals bevolen in eerste aanleg – hiermee uit te breiden, welk verzoek het hof overneemt.
7. De deskundige zal op grond van artikel 198 lid 2 Rv zijn opdracht uitvoeren onder leiding van een raadsheer-commissaris.
Onderzoeksvragen aan de deskundigen
8. Het hof is van oordeel dat in ieder geval de navolgende vraag in het kader van het onderzoek moet worden beantwoord:
-wat is de omvang van de niet-uitgekeerde ondernemingswinsten in de beheermaatschappij van de man?
In het geding brengen van stukken
9. De man dient de accountant volledig inzage te verschaffen in de voor het onderzoek van belangzijnde financiële bescheiden en indien nodig de door de accountant verzochte bescheiden aan hem ter hand te stellen.
Aansprakelijkheid deskundige
10. De deskundige wenst zijn opdracht alleen te aanvaarden indien zijn algemene leveringsvoorwaarden op de opdracht van toepassing zijn.
11. De deskundige dient binnen twee weken na deze beschikking zijn leveringsvoorwaarden te doen toekomen aan het hof, aan de man en aan de vrouw.
12. Partijen dienen zich uit te laten over de vraag of zij zich gebonden achten aan de leveringsvoorwaarden.
Klachten over de deskundige
13. De deskundige, een registeraccountant, dient zijn werkzaamheden te verrichten conform de voor hem geldende gedrag- en beroepsregels.
14. Indien een partij een klacht tegen de deskundige wenst in te dienen, dient deze het hof daarvan in kennis te stellen, zodat het hof in staat is - na partijen en de deskundige te hebben gehoord - te beoordelen of die partij conform artikel 198 lid 3 Rv. aan het onderzoek zijn of haar medewerking heeft verleend.
15. Gelet op diens benoeming in de bestreden beschikking van 14 augustus 2007, zal het hof, voor zoveel nodig, de heer drs [deskundige] benoemen tot deskundige. Het staat de deskundige vrij om tijdens zijn onderzoek te onderzoeken of een onderlinge regeling tot de mogelijkheden behoort.
16. De opdracht dient door de deskundige zelf te worden uitgevoerd. Het staat de deskundige vrij om bij de uitvoering van zijn werkzaamheden zich te laten bijstaan door derden, indien de deskundige dit in de uitvoering van zijn werkzaamheden noodzakelijk acht. Alvorens hij derden bij zijn werkzaamheden inzet, zal hij de raadsheer-commissaris inlichten.
17. Het uurtarief van de deskundige bedraagt €190,- exclusief omzetbelasting. De deskundige dient zijn declaratie op te stellen aan de hand van de door hem gehanteerde uren- en verrichtingenstaat. Het hof zal, alvorens over te gaan tot uitbetaling van de declaratie aan de deskundige, aan partijen om een reactie vragen. Partijen dienen binnen tien dagen te laten weten of zij instemmen met de declaratie. Na die periode stelt het hof de declaratie vast en zal het hof overgaan tot uitbetaling.
18. Ter dekking van de kosten van de deskundige stelt het hof een voorschot vast van
€ 2.500,- inclusief omzetbelasting. Het hof acht het redelijk en billijk dat de man voorlopig de kosten van de deskundige draagt aangezien hij in gebreke is geweest om voldoende inzicht te verschaffen in zijn financiële positie. De man dient er voor zorg te dragen dat voormeld voorschot wordt gedeponeerd ter griffie van het hof door overmaking op bankrekeningnummer 56.99.90.580 ten name van MvJ arrondissement ’s-Gravenhage, onder vermelding van zaaknummer 105.012.193/01.
19. Het deskundigenbericht dient binnen vier maanden na de regiezitting met redenen omkleed toegestuurd te worden aan de griffier van het hof.
20. Indien de advocaten en/of de deskundige vragen hebben over de procedure kunnen zij zich wenden tot mevrouw J.H. Muller-Rietveld.
21. Ten behoeve van het dossier van de deskundige dienen partijen aan de deskundige een kopie van hun paspoort of ander rechtsgeldig identificatiebewijs te verstrekken.
22. Het hof zal tot raadsheer-commissaris benoemen mr. A.L.G.A. Stille, en bij diens ontstentenis, mr. C. van Nievelt.
23. Uit de gewisselde stukken en het verhandelde volgt dat partijen ter zake van waarden van de woning per medio 1999 en per 29 april 2005 evenmin tot overeenstemming hebben kunnen geraken. Het hof zal derhalve zoals reeds overwogen in de tussen beschikking van 4 maart 2009 en met partijen ter terechtzitting besproken een deskundige benoemen teneinde de omvang hiervan vast te stellen. Partijen hebben geen voorkeur uitgesproken ten aanzien van de te benoemen deskundige.
24. Het hof zal als taxateur benoemen de hierna te noemen heer [naam] NVM-makelaar [woonplaats] Het hof zal tevens een raadsheer-commissaris benoemen onder wiens leiding het onderzoek zal plaatsvinden. De taxateur kan zich, indien daartoe aanleiding is, met de raadsheer-commissaris verstaan omtrent het verloop en voortgang van het onderzoek.
25. Het hof verzoekt de taxateur een onderzoek in te stellen en rapport uit te brengen ter beantwoording van de volgende vraag:
- wat is de waarde van de woning, te [adres], in het vrije en economische verkeer, vrij van recht van gebruik of bewoning op respectievelijk 1 juli 1999 en 29 april 2005.
26. De taxateur wordt verzocht alle opmerkingen die hij overigens van belang acht in zijn schriftelijk bericht te vermelden. Voorts dient de taxateur hoor en wederhoor toe te passen alvorens zijn definitieve rapport aan het hof toe te zenden. Uit het taxatierapport moet blijken dat partijen bij het onderzoek in de gelegenheid zijn gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen.
27. De taxateur dient zijn taxatierapport, met redenen omkleed en ondertekend en voor zover mogelijk vergezeld van relevante en schriftelijke bescheiden, vóór 25 juni 2010 aan het hof te doen toekomen.
28. Partijen zullen na ontvangst door het hof in de gelegenheid worden gesteld op het taxatierapport te reageren.
29. Het hof bepaalt voorshands dat de kosten van dit onderzoek voor rekening van de man zullen komen. De man zal het voorschot op de onderzoekskosten die voorlopig in totaal worden begroot op € 1.500,- inclusief omzetbelasting, dienen te voldoen. De man dient zijn deel van het voorschot te voldoen binnen twee weken na dagtekening van deze beschikking.
30. Het hof zal zorg dragen voor de verzending van een fotokopie van deze beschikking en een begeleidend schrijven aan de taxateur.
31. Derhalve wordt als volgt beslist.
BESLISSING OP HET PRINCIPALE EN HET INCIDENTELE HOGER BEROEP
alvorens nader te beslissen:
benoemt de heer drs. [deskundige], kantoorhoudende te [woonplaats], tot deskundige;
bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking aan de deskundige zal toezenden;
bepaalt dat de man binnen veertien dagen na heden een voorschot van € 2.500,- ter griffie van het hof zal deponeren door overmaking op bankrekeningnummer 56.99.90.580 ten name van MvJ arrondissement ’s-Gravenhage, onder vermelding van zaaknummer 105.012.193/01;
bepaalt dat de deskundige zijn deskundigenbericht met redenen omkleed binnen vijf maanden na deze beschikking zal toezenden aan de griffier van dit hof, onder vermelding van zaaknummer 105.012.193/01;
bepaalt dat uit het deskundigenbericht moet blijken dat partijen bij het onderzoek in de gelegenheid zijn gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen;
benoemt tot taxateur de heer [naam] werkzaam bij [makelaar] adres [adres]
bepaalt dat de kosten van dit onderzoek voorlopig voor rekening van de man komen;
bepaalt dat de man binnen veertien dagen na heden een voorschot van € 1.500,- ter griffie van het hof zal deponeren door overmaking op bankrekeningnummer 56.99.90.580 ten name van MvJ arrondissement ’s-Gravenhage, onder vermelding van zaaknummers 150.012.193/01;
bepaalt dat de taxateur zijn werkzaamheden niet behoeft aan te vangen dan nadat door de man voornoemd voorschot is voldaan;
bepaalt dat de taxateur zijn rapport met redenen omkleed 25 juni 2010 toezendt aan de griffier van dit hof, onder vermelding van zaaknummers 105.012.193/01;
bepaalt dat uit het taxatierapport moet blijken dat partijen bij het onderzoek in de gelegenheid zijn gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen;
draagt de griffier op een kopie van deze beschikking met een begeleidend schrijven aan de taxateur toe te zenden;
benoemt tot raadsheer-commissaris, onder wiens leiding de onderzoeken zullen plaatsvinden
mr. A.L.G.A. Stille, en bij zijn ontstentenis mr. C. van Nievelt;
houdt de zaak pro forma aan tot 31 juli 2010;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mrs Stille, van Nievelt en Kleykamp-van der Ben, bijgestaan door mr. Van Drunick als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 februari 2010.