ECLI:NL:GHSGR:2010:BM3472
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M.A.F. Tan-de Sonnaville
- M.L. Vierhout
- R.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Verrekening tussen Bouwbedrijf Het Anker B.V. en Brabant-vennootschappen na faillissement van JMS-groep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Bouwbedrijf Het Anker B.V. tegen de Brabant-vennootschappen, die zijn opgericht na het faillissement van de JMS-groep. De appellant, Bouwbedrijf Het Anker B.V., heeft jarenlang zaken gedaan met de NIVO-groep en na het faillissement daarvan met de JMS-groep. Na het faillissement van de JMS-groep op 11 oktober 2005, zijn de Brabant-vennootschappen opgericht op 18 oktober 2005. De Brabant-vennootschappen hebben werkzaamheden uitgevoerd voor de appellant, waarvoor zij vorderingen hebben ingediend. De appellant betwist echter de betalingsverplichting, omdat zij een grotere tegenvordering op de Brabant-vennootschappen stelt.
De appellant stelt dat er een verrekenafspraak bestond tussen de betrokken vennootschappen, waarbij vorderingen van het ene concern verrekend konden worden met vorderingen van het andere concern, ongeacht de facturerende vennootschap. De Brabant-vennootschappen betwisten deze afspraak en stellen dat zij slechts enkele projecten van de failliete JMS-vennootschappen hebben afgemaakt. Het hof oordeelt dat de appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde verrekenafspraak en dat de Brabant-vennootschappen nieuwe juridische entiteiten zijn met een andere leiding. De primaire en subsidiaire stellingen van de appellant worden verworpen.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de vorderingen van de Brabant-vennootschappen zijn toegewezen en de tegenvordering van de appellant is afgewezen. De appellant wordt veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep.