ECLI:NL:GHSGR:2010:BO6552

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
7 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.030.696/01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep zonder grieven tegen vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage

In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank te ’s-Gravenhage, gewezen op 31 december 2008. Het hoger beroep is ingesteld bij exploot van 30 maart 2009, gevolgd door een herstelexploot op 6 april 2009. [appellant] heeft echter geen grieven ingediend, wat betekent dat het hof het geschil niet verder kan onderzoeken op basis van de gebruikelijke procedure. Na het indienen van de memorie van antwoord door de Gemeente op 29 juni 2010, heeft het hof het procesdossier ontvangen en is er arrest gevraagd.

De beoordeling van het hoger beroep is beperkt tot de grieven die door [appellant] naar voren zijn gebracht. Aangezien er geen grieven zijn ingediend, ziet het hof geen aanleiding om het vonnis van de rechtbank te vernietigen. Het hof heeft daarom het beroep van [appellant] verworpen. Tevens is [appellant] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 419,00 aan verschotten en € 316,00 aan salaris advocaat. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de kostenveroordeling onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Dit arrest is gewezen door de drie rechters van de eerste civiele kamer van het Gerechtshof ’s-Gravenhage en is uitgesproken tijdens een openbare terechtzitting op 16 november 2010, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector handel
Zaaknummer : 200.030.696/01
Rolnummer rechtbank : 312921 / HA ZA 08-1902
Arrest van de eerste civiele kamer d.d. 16 november 2010
inzake
[appellant],
wonende te ’s-Gravenhage,
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. H. Koning te ’s-Gravenhage,
tegen
DE GEMEENTE ’S-GRAVENHAGE,
zetelend te ’s-Gravenhage,
geïntimeerde,
hierna te noemen: de Gemeente,
advocaat: mr. R.M. Blaauw te ’s-Gravenhage.
Het verloop van het geding
Bij exploot van 30 maart 2009 en bij herstelexploot van 6 april 2009 is [appellant] in hoger beroep gekomen van het door de rechtbank te ’s-Gravenhage op 31 december 2008 tussen partijen gewezen vonnis. [appellant] heeft niet van grieven gediend. Daarna is akte niet-dienen verleend. Vervolgens heeft de Gemeente op 29 juni 2010 nog een memorie van antwoord genomen. Tot slot heeft de Gemeente het procesdossier overgelegd en arrest gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
In hoger beroep kan het hof het geschil alleen verder onderzoeken aan de hand van behoorlijk in het geding naar voren gebrachte grieven. [appellant] heeft geen grieven voorgedragen. Daarom ziet het hof geen aanleiding het vonnis te vernietigen en zal het hof het beroep verwerpen. [appellant] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.
Beslissing
Het hof:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op € 419,00 aan verschotten en € 316,00 aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. A. Dupain, M.A.F. Tan-de Sonnaville en G. Dulek-Schermers en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 november 2010 in aanwezigheid van de griffier.