ECLI:NL:GHSGR:2010:BX6579

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
16 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
105.005.281/01 (C06/1069)
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en veroordeling tot betaling in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage, is op 16 maart 2010 een arrest gewezen in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen twee appellanten en twee geïntimeerden over de onbewoonbaarheid van een woning. De appellanten stelden dat de gebreken aan de woning, die de onbewoonbaarheid veroorzaakten, volledig vóór 1 mei 1997 waren ontstaan en dat zij zelf geen werkzaamheden hadden verricht die tot deze gebreken hadden geleid. De geïntimeerden hebben zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.

Het hof heeft vastgesteld dat er tussen partijen overeenstemming bestaat over het feit dat de appellanten geen werkzaamheden aan de woning hebben uitgevoerd die tot de onbewoonbaarheid hebben geleid. Het hof heeft ook opgemerkt dat de door de appellanten geplaatste wenteltrap door de tegenpartij is vervangen tijdens herstelwerkzaamheden, maar dat deze wijziging geen invloed heeft gehad op de schadevergoeding die de appellanten aan de tegenpartij moesten betalen.

In de beslissing heeft het hof het vonnis van de rechtbank Middelburg van 8 maart 2006 vernietigd en de geïntimeerden hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan de appellanten van de bedragen waartoe de appellanten in een ander geding zijn veroordeeld. Daarnaast zijn de geïntimeerden veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. Het hof heeft de kosten in eerste aanleg vastgesteld op € 2.089,60 en de kosten in hoger beroep op € 5.861,87. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE
Sector handel
Zaaknummer : 105.005.281/01
Rolnummer (oud) : 06/1069
Rolnummer rechtbank : 05/351
Arrest van de eerste civiele kamer d.d. 16 maart 2010
inzake
1. [Naam],
2. [Naam],
beiden wonende te [Woonplaats], gemeente […],
appellanten,
hierna te noemen: [appellanten],
advocaat: mr. J.C.Meijroos te 's-Gravenhage,
tegen
1. [Naam],
2. [Naam],
beiden wonende te [Woonplaats], gemeente […],
geïntimeerden,
hierna te noemen: [geïntimeerden],
advocaat: mr. R.M.A. Lensen te Middelburg.
De verdere beoordeling van het hoger beroep
1. Voor de loop van het geding tot aan het tussenarrest van 7 april 2009 verwijst het hof naar dat arrest. Bij dat arrest is reeds overwogen dat het vonnis van de rechtbank moet worden vernietigd en dat [appellanten] [geïntimeerden] kunnen aanspreken voor de kosten waarvoor [appellanten] door [X] c.s. worden aangesproken, behalve voor kosten die voortvloeien uit gebreken die hun oorzaak vinden in werkzaamheden die [appellanten] zelf hebben uitgevoerd of doen uitvoeren waardoor de woning niet voor bewoning geschikt werd (werkzaamheden uitgevoerd na 1 mei 1997, waarbij genoemd zijn plaatsen van een wenteltrap en gipsplaten plafond vervangen).
2. [appellanten] hebben aangevoerd dat de gebreken aan de woning die tot gevolg hebben gehad dat de woning niet voor bewoning geschikt was, geheel en uitsluitend vóór 1 mei 1997 zijn ontstaan en dat zij zelf geen aanpassingen hebben verricht die iets van doen hebben (gehad) met de constructieve gebreken verband houdende met het dak van de woning. [geïntimeerden] hebben zich gerefereerd.
3. Het hof concludeert dat tussen partijen vaststaat dat [appellanten] geen werkzaamheden aan de woning hebben uitgevoerd die tot de onbewoonbaarheid van de woning hebben geleid. Het hof merkt voor de volledigheid met betrekking tot de door [appellanten] geplaatste wenteltrap nog op dat deze trap door [X] c.s. bij de herstelwerkzaamheden weer is vervangen door een hardhouten meranti trap met leuningen, doch dat het hof op de kosten van aftimmering (inclusief trap) een "anders" en "nieuw voor oud" correctie heeft toegepast, zodat de verandering van de trap op zichzelf niet tot een hogere schadevergoeding van [appellanten] aan [X] c.s. heeft geleid.
4. Het hof zal [geïntimeerden] als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de kosten van deze procedure, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.
Beslissing
Het hof:
- vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Middelburg van 8 maart 2006;
- en opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [geïntimeerden] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander daardoor is bevrijd, om aan [appellanten] te betalen datgene waartoe [appellanten] in het geding met zaaknummer 105.005.280/01 heden jegens [X] c.s. zijn veroordeeld;
- veroordeelt [geïntimeerden] in de kosten van dit geding in eerste aanleg, aan de zijde van [appellanten] tot op 8 maart 2006 begroot op € 2.089,60 waarvan € 1.185,60 aan verschotten en € 904,- aan salaris advocaat;
- veroordeelt [geïntimeerden] in de kosten van dit geding in hoger beroep, aan de zijde van [appellanten] tot op heden begroot op € 5.861,87 waarvan € 3.179,87 aan verschotten en € 2.682,- aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.V. van den Berg, G. Dulek-Schermers en A.E.A.M. van Waesberghe en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 maart 2010 in aanwezigheid van de griffier.