ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1829
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geschil over de totstandkoming van een koopovereenkomst voor een restaurant in Spanje
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [appellant] en [geïntimeerde] over de totstandkoming van een koopovereenkomst voor een restaurant dat [appellant] in Spanje exploiteerde. [geïntimeerde] toonde in 2005 interesse in de overname van het restaurant en heeft in juli van dat jaar een bedrag van € 50.000,-- aan [appellant] betaald. Dit bedrag werd door [geïntimeerde] gepresenteerd als een soort waarborgsom voor een proefperiode. [appellant] stelde dat er een definitieve koopovereenkomst was gesloten voor een totaalbedrag van € 100.000,--, te betalen in twee termijnen. Echter, het contract dat door [appellant] werd overgelegd was niet ondertekend en er waren geen concrete stappen gezet om de exploitatie van het restaurant door [geïntimeerde] te formaliseren.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling van [appellant] dat er een koopovereenkomst tot stand was gekomen. Het hof bevestigde dit oordeel en concludeerde dat de betaling van € 50.000,-- niet voldoende was om de totstandkoming van een koopovereenkomst te onderbouwen. Het hof oordeelde dat de omstandigheden rondom de betaling en het ontbreken van een huurcontract op naam van [geïntimeerde] erop wezen dat er geen definitieve overeenkomst was gesloten. De vordering van [geïntimeerde] tot terugbetaling van het bedrag werd toegewezen, terwijl de vordering van [appellant] in reconventie werd afgewezen.
Het hof bekrachtigde de eerdere vonnissen van de rechtbank en veroordeelde [appellant] in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 26 april 2011 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.