ECLI:NL:GHSGR:2011:BR2007
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van Dijk
- M. Dusamos
- J. van Veen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van het verzoek tot opheffing van het bewind over de goederen van de rechthebbende
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 14 oktober 2010. De rechthebbende is op 16 december 2010 in hoger beroep gekomen van deze beschikking, waarin zijn verzoek tot opheffing van het bewind over zijn goederen was afgewezen. De rechthebbende heeft op 21 december 2010 de gronden van zijn beroepschrift ingediend, waarna de bewindvoerder op 1 februari 2011 een verweerschrift heeft ingediend. De zaak is op 12 mei 2011 mondeling behandeld, waarbij de rechthebbende werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A. Orhan, en de bewindvoerder, de heer R.W. Mensink, aanwezig was.
Het hof heeft vastgesteld dat de rechthebbende in het verleden impulsieve aankopen heeft gedaan, wat heeft geleid tot schulden. De rechthebbende stelde dat hij in staat was om zijn eigen financiële administratie te doen en dat hij, indien nodig, gebruik kon maken van thuishulp of maatschappelijk werk. Het hof oordeelde echter dat de rechthebbende onvoldoende had onderbouwd dat de gronden voor het bewind niet meer aanwezig waren. Het hof baseerde zijn oordeel op de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting, waaruit bleek dat de rechthebbende nog steeds niet in staat was om de vermogensrechtelijke gevolgen van zijn handelen te overzien.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd, waarmee het bewind over de goederen van de rechthebbende in stand bleef. De beslissing werd genomen op basis van de bescherming van de rechthebbende tegen de mogelijke negatieve gevolgen van zijn financiële beslissingen, gezien zijn beperkte inkomen en eerdere impulsieve aankopen.