ECLI:NL:GHSGR:2011:BV9990
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.A. Schuering
- E.J. van Sandick
- A.G.M. Zander
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake griffierecht en termijnoverschrijding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, ging het om een hoger beroep tegen vonnissen van de Rechtbank Rotterdam. Appellanten hadden hoger beroep ingesteld tegen twee vonnissen, waarvan de eerste op 29 december 2004 en de tweede op 23 maart 2011 was gewezen. De zaak werd op 27 september 2011 uitgeroepen, maar appellanten hadden niet binnen de gestelde termijn van vier weken het griffierecht betaald. Het hof had op 1 november 2011 bepaald dat het arrest zou worden gewezen op basis van het griffiedossier, omdat de betaling van het griffierecht niet tijdig was ontvangen. Appellanten voerden aan dat de factuur voor het griffierecht pas op 17 oktober 2011 was ontvangen, waardoor zij slechts zeven dagen hadden om te betalen. De advocaat van appellanten verzocht om coulance vanwege de korte overschrijding van de termijn, mede door complicaties in de procedure die waren ontstaan door het overlijden van een procespartij.
Het hof overwoog dat advocaten geacht worden op de hoogte te zijn van de termijnen voor het bijschrijven van griffierechten en de gevolgen van overschrijding. Het hof erkende dat er problemen waren met de verzending van griffienota's door Post.nl, wat mogelijk had geleid tot de vertraagde ontvangst van de factuur. Ondanks de overschrijding van de termijn van slechts één dag, besloot het hof om artikel 127a lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering toe te passen. Het hof oordeelde dat het belang van partijen bij toegang tot de rechter zwaarder woog dan de formele termijnoverschrijding.
Het hof verwees de zaak naar de rol van 10 januari 2012 voor een termijn voor appellanten om een memorie van grieven te nemen. Dit arrest werd uitgesproken op 29 november 2011 door de rechters A.A. Schuering, E.J. van Sandick en A.G.M. Zander.