ECLI:NL:GHSGR:2012:BW9397
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van Dijk
- M. van Nievelt
- J. van de Poll
- Rechtspraak.nl
Wijziging van alimentatie en ontvankelijkheid in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 9 mei 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de bijdrage in de kosten van levensonderhoud tussen een man en een vrouw, na een eerdere beschikking van de rechtbank Rotterdam. De man, verzoeker in hoger beroep, stelde dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden die een aanpassing van de alimentatie zouden rechtvaardigen. Hij voerde aan dat zijn inkomen aanzienlijk was gedaald van € 30.000 in 2009 naar € 10.103 in 2010, wat hem niet in staat stelde om de partneralimentatie te voldoen. De vrouw, verweerster in hoger beroep, betwistte deze claim en stelde dat de man onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling van inkomensdaling. Het hof overwoog dat de man in hoger beroep geen grieven had ingediend tegen de beslissing van de rechtbank dat zijn verzoek ten aanzien van hun meerderjarige dochter niet ontvankelijk was. Hierdoor kon het hof dit punt niet verder onderzoeken en bekrachtigde het de eerdere beschikking in dat opzicht.
Het hof concludeerde dat de man zijn stelling van gewijzigde omstandigheden niet voldoende had onderbouwd. De man had slechts een concept jaarrekening over 2010 overgelegd, wat niet voldoende inzicht gaf in zijn financiële situatie. De vrouw had bovendien betoogd dat de man zijn inkomen kunstmatig laag hield door zijn gedragingen, zoals het openbreken van de maatschap en het aangaan van een dienstverband tegen een onredelijk laag loon. Gezien deze overwegingen oordeelde het hof dat er geen sprake was van een wijziging van omstandigheden die een aanpassing van de alimentatie rechtvaardigde. De overige grieven van de man behoefden daarom geen bespreking meer, en het hof bekrachtigde de bestreden beschikking.