ECLI:NL:GHSGR:2012:BX0742
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van Dijk
- M. van den Wildenberg
- J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en toewijzing eenhoofdig gezag aan de moeder in het belang van de minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 18 april 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezag van de minderjarigen, na een eerdere beschikking van de rechtbank Rotterdam. De vader, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de beslissing van de rechtbank om het gezamenlijk gezag te beëindigen en het eenhoofdig gezag aan de moeder toe te wijzen. De vader voerde aan dat hij geen contact meer kon leggen met de moeder en de kinderen, en dat hij tevergeefs had geprobeerd het contact te herstellen. Hij betwistte dat er sprake was van een verstoorde relatie en dat hij akkoord was gegaan met de algemene volmacht die de moeder had gekregen.
De moeder, verweerster in hoger beroep, stelde dat het eenhoofdig gezag in het belang van de kinderen was, omdat er geen communicatie meer was tussen haar en de vader. Zij voerde aan dat de vader in het verleden gewelddadig was geweest en dat de kinderen daar nog steeds onder leden. Het hof overwoog dat gezamenlijke uitoefening van het gezag vereist dat ouders in staat zijn om beslissingen te nemen zonder dat dit belastend is voor de kinderen. Gezien de langdurige afwezigheid van communicatie tussen de ouders en de angst van de moeder voor de vader, concludeerde het hof dat het in het belang van de minderjarigen noodzakelijk was dat alleen de moeder met het gezag werd belast.
Het hof bekrachtigde de beslissing van de rechtbank en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Deze uitspraak benadrukt het belang van de veiligheid en het welzijn van de minderjarigen in situaties van conflict tussen ouders.