ECLI:NL:GHSGR:2012:BX8423
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M.A.F. Tan-de Sonnaville
- J.A. van Kempen
- C.M. le Clercq-Meijer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing wrakingsverzoek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellant zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, tegen de beslissing van de wrakingskamer van de rechtbank Rotterdam. Op 6 april 2012 heeft de wrakingskamer het verzoek van de appellant tot wraking van mr. W.E. Merens afgewezen. De appellant heeft op 13 april 2012 hoger beroep ingesteld, maar heeft geen gronden aangevoerd voor de doorbreking van het rechtsmiddelenverbod zoals vastgelegd in artikel 39 lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het hof heeft op 5 juni 2012 de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld. Het hof oordeelt dat er geen gronden zijn gesteld die rechtvaardigen dat het rechtsmiddelenverbod wordt doorbroken. De appellant heeft verzuimd om tijdig de gronden voor zijn hoger beroep te vermelden, ondanks dat de beslissing van de rechtbank al geruime tijd geleden was genomen. Het hof concludeert dat de appellant niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep en laat het beroep buiten inhoudelijke behandeling. De beslissing wordt gecommuniceerd aan de betrokken partijen, waaronder de advocaat van de appellant en de wrakingsrechter.