ECLI:NL:GHSGR:2012:BY6965
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van Dijk
- M. van de Poll
- M. Mertens-de Jong
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en de impact van godsdienst op de ontbinding van het huwelijk
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin de echtscheiding tussen partijen is uitgesproken. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, is van Syrische afkomst en heeft een streng christelijke geloofsovertuiging. Zij stelt dat de echtscheiding een inbreuk vormt op haar fundamentele vrijheid van godsdienst, zoals vastgelegd in artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De vrouw verzoekt het hof om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en een scheiding van tafel en bed uit te spreken, in plaats van een echtscheiding.
Het hof heeft de zaak op 1 juni 2012 mondeling behandeld, waarbij beide partijen aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten. De vrouw heeft ook een beëdigde tolk in de Arabische taal meegenomen. Het hof overweegt dat de duurzame ontwrichting van het huwelijk door de vrouw niet wordt ontkend, en dat er geen plaats is voor het afwijzen van het verzoek van de man om de echtscheiding uit te spreken. Het beroep van de vrouw op haar godsdienstige overtuiging faalt, omdat de wettelijke mogelijkheid tot ontbinding van het huwelijk gerechtvaardigd is door de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Het hof concludeert dat de geloofsovertuiging van de vrouw niet in de weg staat aan de echtscheiding. De vrouw heeft haar beroep op het pensioenverweer ingetrokken, waardoor dit punt niet verder wordt besproken. Het hof bekrachtigt de bestreden beschikking en wijst de verzoeken van de vrouw af. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, gezien de familierechtelijke aard van de procedure. De uitspraak is gedaan door de rechters A. van Dijk, M. van de Poll en M. Mertens-de Jong, en is uitgesproken op 10 oktober 2012.