ECLI:NL:GHSHE:2003:AF6150
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. Drijkoningen
- J. Den Hartog Jager
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden en de ontbindingsvergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de man tegen een tussenvonnis van de rechtbank Breda, gewezen op 13 november 2001. De man en de vrouw zijn op 15 juli 1988 gehuwd onder huwelijkse voorwaarden die uitsluiting van gemeenschap van goederen inhouden en een verrekenbeding bevatten. Het huwelijk is op 28 september 1999 ontbonden. De vrouw heeft in conventie gevorderd dat de man wordt veroordeeld tot betaling van hetgeen hij uit hoofde van de afrekening van de huwelijkse voorwaarden aan haar verschuldigd is. In reconventie heeft de man ook een aantal vorderingen ingesteld. Het hof heeft de grieven van de man, die betrekking hebben op de echtelijke woning en de ontbindingsvergoeding, gezamenlijk behandeld. Het hof oordeelt dat de vrouw recht heeft op de helft van de overwaarde van de echtelijke woning, ondanks het feit dat deze alleen op naam van de man staat. Het hof stelt vast dat de vrouw niet heeft berust in de situatie en dat er geen bewijs is dat zij afstand heeft gedaan van haar rechten. De man kan niet worden gevolgd in zijn betoog dat de vrouw instemde met de tenaamstelling van de woning. Het hof concludeert dat de vrouw recht heeft op vergoeding van de overwaarde van de woning, berekend naar de actuele waarde. Daarnaast oordeelt het hof dat de ontbindingsvergoeding die aan de man is toegekend, niet voor verrekening in aanmerking komt, omdat deze is ondergebracht in een stamrecht-B.V. Het hof verwijst de zaak terug naar de rechtbank voor verdere behandeling en afdoening.