ECLI:NL:GHSHE:2003:AF8396
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Swinkels
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en recht op aftrek buitengewone lasten
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan op het beroep van belanghebbende X tegen de uitspraak van de Inspecteur van de rijksbelastingdienst. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997, waarbij de Inspecteur een belastbaar inkomen van fl. 56.649,= had vastgesteld. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd door de Inspecteur afgewezen. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof.
De mondelinge behandeling vond plaats op 11 september 2002, waar belanghebbende en de Inspecteur zijn gehoord. Belanghebbende, geboren in juli 1955, is vader van twee kinderen, B en C, en heeft met zijn ex-vriendin A afgesproken dat zij beiden zorgdragen voor de opvoeding van de kinderen. De kwestie die aan het Hof werd voorgelegd, was of belanghebbende recht had op aftrek van buitengewone lasten voor het levensonderhoud van zijn kinderen, gezien het feit dat hij geen kinderbijslag ontving.
Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende en zijn ex-vriendin in de eerste twee kwartalen van 1997 een gezamenlijke huishouding vormden, waardoor belanghebbende geen recht had op aftrek van buitengewone lasten voor die periode. Echter, voor de derde en vierde kwartalen, waarin de kinderen in nagenoeg gelijke mate door beide ouders werden verzorgd, heeft het Hof geoordeeld dat belanghebbende recht had op aftrek van buitengewone lasten. Het Hof heeft de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen van fl. 55.299,= en gelast dat de Inspecteur het griffierecht aan belanghebbende vergoedt.
De uitspraak van het Hof is op 27 februari 2003 gedaan en biedt inzicht in de toepassing van de regels omtrent kinderbijslag en de aftrek van buitengewone lasten in het belastingrecht. Het Hof heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de aanslag aangepast, waarbij het belang van de zorgverdeling tussen ouders en de fiscale gevolgen daarvan centraal stond.