ECLI:NL:GHSHE:2009:BI9160
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Brandenburg
- A. Keizer
- J. Venhuizen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake energieleveringsovereenkomst tussen consument en leverancier
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [X.] tegen Essent Retail Energie B.V. naar aanleiding van een vonnis van de kantonrechter in Breda. De kantonrechter had in zijn vonnis van 27 juni 2007 de vordering van Essent tot betaling van een eindafrekening van € 3.183,35, alsook buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, toegewezen. [X.] had in eerste aanleg verweer gevoerd, maar had niet gedupliceerd op de conclusie van repliek van Essent, wat door de kantonrechter werd geïnterpreteerd als het prijsgeven van zijn verweer.
In het hoger beroep heeft [X.] één grief aangevoerd, waarin hij betoogt dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat zijn verweer niet werd gehandhaafd. Het hof oordeelt dat de grief slaagt, omdat de kantonrechter niet voldoende heeft gemotiveerd waarom hij aannam dat [X.] zijn verweer had prijsgegeven. Het hof stelt vast dat er geen ondubbelzinnige aanwijzingen zijn dat [X.] zijn verweer niet meer wilde aanvoeren. Het hof benadrukt dat een partij slechts kan worden geacht zijn verweer prijs te geven als dit uitdrukkelijk of stilzwijgend is gebeurd.
Het hof verwijst de zaak naar de rol van 9 juni 2009 voor akte aan de zijde van [X.] en houdt iedere verdere beslissing aan. Dit arrest is gewezen door de vijfde kamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch en is openbaar uitgesproken op 12 mei 2009. De zaak betreft een geschil over de beëindiging van een energieleveringsovereenkomst en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen van [X.] aan Essent.