ECLI:NL:GHSHE:2009:BQ3582

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HV 200.008.483 E
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.H. Jager
  • Fikkers
  • Pouw
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissement en schuldsaneringsregeling: hoger beroep tegen faillietverklaring

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X.] tegen de faillietverklaring die op 19 mei 2008 door de rechtbank Roermond is uitgesproken. [X.] heeft in zijn beroepschrift verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en om de schuldsaneringsregeling alsnog op hem van toepassing te verklaren. De rechtbank had eerder op 13 mei 2008 het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk verklaard.

Het hof heeft de onderlinge verknochtheid van de zaken erkend en de voeging daarvan gelast. In een eerdere uitspraak van 6 augustus 2008 heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd met betrekking tot het schuldsaneringsverzoek, terwijl de beslissing in de faillissementszaak voor onbepaalde tijd is aangehouden. De Hoge Raad heeft op 27 februari 2009 het cassatieberoep van [X.] in de schuldsaneringszaak verworpen, waardoor het verzoek tot toelating niet-ontvankelijk is verklaard.

Op 18 maart 2009 heeft het hof uitspraak gedaan in de faillissementszaak. [X.] heeft één grief aangevoerd, waarin hij aanvoert dat hij recht en belang heeft bij aanhouding van de behandeling in verband met het WSNP-verzoek. Het hof heeft echter geoordeeld dat, nu er onherroepelijk is beslist op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, er nu beslist moet worden op het verzoek tot faillietverklaring.

Het hof heeft vastgesteld dat er geen inhoudelijke grieven zijn gericht tegen het vonnis van faillietverklaring, waardoor dit vonnis bekrachtigd dient te worden. Het verzoek tot aanhouding is afgewezen, omdat dit verzoek niet kan leiden tot vernietiging van het vonnis van faillietverklaring. Het hof heeft derhalve het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.

Uitspraak

dHJ
18 maart 2009
Sector civiel recht
Zevende Kamer
Zaaknummers: HV 200.008.483
Zaaknummers eerste aanleg: 171495/FT-RK 08.199, faill. nummer 08/254/F
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Arrest
in de zaak van:
[X.],
wonende te [woonplaats],
appellant,
hierna te noemen: [X.],
advocaat: mr J.A.Th.M. van Zinnicq Bergmann,
t e g e n
De Ontvanger van de Belastingdienst/Oost-Brabant,
mede gevestigd en kantoorhoudende te Eindhoven,
geïntimeerde,
hierna te noemen: de Ontvanger,
advocaat: mr. J.E. Lenglet.
6. Het verloop van het geding
6.1. Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 19 mei 2008 (HV 200.008.351), heeft [X.] verzocht de beschikking van de rechtbank Roermond van 13 mei 2008, houdende de niet-ontvankelijkverklaring van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, te vernietigen en te bepalen dat de schuldsaneringsregeling alsnog op hem van toepassing wordt verklaard.
6.2. Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 24 juni 2008 (HV 200.008.483), heeft [X.] verzocht het vonnis van faillietverklaring van 17 juni 2008 te vernietigen. In dit vonnis is tevens mr. J.P.M. Dexters, advocaat te Budel, aangesteld tot curator.
6.3. Gelet op de onderlinge verknochtheid van de zaken heeft het hof de voeging daarvan gelast.
6.4. Bij uitspraak van dit hof van 6 augustus 2008 is ten aanzien van het schuldsaneringsverzoek de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en is ten aanzien van de faillissementszaak de beslissing voor onbepaalde tijd aangehouden.
6.5. Bij beschikking van 27 februari 2009 heeft de Hoge Raad het cassatieberoep van [X.] in de schuldsaneringszaak verworpen. Daarmee staat in rechte vast dat het verzoek tot toelating niet-ontvankelijk is. Thans dient in de faillissementszaak te worden beslist. Partijen en de curator zijn bericht dat het hof op 18 maart 2009 uitspraak zal doen. Bij brief van 10 maart 2009 heeft de advocaat van [X.] verzocht de beslissing aan te houden in verband met een nieuw verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
7. De gronden van het hoger beroep
Tegen het vonnis van faillietverklaring van 19 mei 2008 heeft [X.] één grief aangevoerd waarin hij heeft gesteld dat hij recht en belang heeft bij aanhouding van de behandeling in verband met het WSNP-verzoek. Naar het hof begrijpt streeft [X.] vernietiging na op grond van toelating tot de schuldsaneringsregeling.
8. De verdere beoordeling
8.1. Nu onherroepelijk - afwijzend - is beslist op het verzoek van [X.] tot toepassing te zijnen aanzien van de schuldsaneringsregeling dient op het verzoek tot faillietverklaring te worden beslist.
8.2. Tegen het vonnis van faillietverklaring zijn geen inhoudelijke grieven gericht, zodat dat vonnis bekrachtigd dient te worden.
8.3. Het verzoek tot aanhouding dient te worden afgewezen, nu zodanig verzoek niet kan bewerkstelligen dat het vonnis van faillietverklaring wordt vernietigd (vgl. Hof ’s-Hertogenbosch 23 december 2008, LJN BH1242, rov. 4.4).
9. De uitspraak in de zaak HV 200.008.483
Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door mrs. Den Hartog Jager, Fikkers en Pouw en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2009.