ECLI:NL:GHSHE:2012:4569

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 oktober 2012
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
HD 200.105.230_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over lekkages door fouten aannemer

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, betreft het een geschil tussen de vennootschap N.V. Aluzon, gevestigd in België, en een man, wonende in Nederland, over lekkages die in 2000 door fouten van de aannemer zijn ontstaan. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 29 mei 2012, waarin het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast. Tijdens deze comparitie, die op 29 juni 2012 plaatsvond, kwamen partijen overeen om gezamenlijk een verzoekschrift in te dienen voor de benoeming van een deskundige om een voorlopig deskundigenbericht te verkrijgen. Dit verzoek werd later omgezet in een gezamenlijk verzoek voor een deskundigenbericht.

Het hof heeft vastgesteld dat er een deskundige benoemd moet worden om de vragen te beantwoorden die in het tussenvonnis van de rechtbank van 5 maart 2008 zijn geformuleerd. Deze vragen betreffen onder andere de gebreken die door de geïntimeerde zijn geconstateerd, zoals wateroverlast, koudebruggen, en lekkages. De deskundige zal ook een begroting moeten geven van de kosten van de herstelwerkzaamheden die nodig zijn als gevolg van de schade aan de woning van de geïntimeerde, waarvoor Aluzon verantwoordelijk wordt gehouden.

Het hof heeft ir. C.A. van der Steen benoemd als deskundige en heeft bepaald dat de kosten van de deskundige gelijkelijk door beide partijen gedragen zullen worden. De partijen zijn verplicht om binnen een week na de uitspraak alle processtukken aan de deskundige ter beschikking te stellen. Het hof heeft de zaak verwezen naar de rol van 19 maart 2013 voor akte aan beide zijden, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden. De uitspraak is gedaan op 16 oktober 2012 en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer HD 200.105.230
arrest van 16 oktober 2012
in de zaak van
de vennootschap naar Belgisch recht N.V. Aluzon,
gevestigd te [vestigingsplaats], België,
appellante,
advocaat: mr. P.J.H. Keulers,
tegen:
[de man],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. M. Delnoy-Garske,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 29 mei 2012.

5.Het tussenarrest van 29 mei 2012

Bij genoemd arrest heeft het hof een comparitie na aanbrengen gelast en is iedere verdere beslissing aangehouden.

6.Het verdere verloop van de procedure

6.1.
De comparitie heeft op 29 juni 2012 plaatsgevonden. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt. Partijen zijn tot een regeling gekomen die onder meer inhoudt:

Partijen zullen gezamenlijk bij het hof indienen een verzoekschrift tot het benoemen van een deskundige, teneinde een voorlopig deskundigenbericht te verkrijgen (..)
Beide partijen zullen uiterlijk op de rol van 17 juli 2012 berichten of zij definitief uitvoering zullen geven aan het hierboven vermelde, of dat zij wensen voort te procederen.”
6.2.
Op de rol van 17 juli 2012 hebben partijen, middels een H-formulier eenparig verzocht “
conform CVP PV 29-06-2012 tot benoeming van een deskundige”.
6.3.
Vervolgens heeft [geïntimeerde] het procesdossier overgelegd en uitspraak gevraagd.

7.De verdere beoordeling

7.1.
Ter gelegenheid van de comparitie na aanbrengen zijn partijen overeengekomen, zoals hierboven geciteerd, om gezamenlijk een verzoekschrift in te dienen tot het benoemen van een deskundige, teneinde een voorlopig deskundigenbericht te verkrijgen.
Uit het vervolgens ter rolle, middels een H-formulier, gedane gezamenlijke verzoek - in plaats van een gezamenlijk verzoekschrift - begrijpt het hof dat partijen een deskundigenbericht wensen (en geen voorlopig deskundigenbericht). Het hof zal conform dit verzoek in het navolgende een deskundige benoemen, het voorschot bepalen en partijen in de gelegenheid stellen zich desgewenst nog uit te laten over dat voorschot.
7.2.1.
Partijen zijn het ter gelegenheid van de comparitie eens geworden over de aan de deskundige te stellen vragen. Het proces-verbaal vermeldt dat de deskundige zal worden aangezocht:
“(..)
ter beantwoording van de vragen, zoals deze zijn geformuleerd in het tussenvonnis van de rechtbank van 5 maart 2008. De te benoemen deskundige zal bij de beantwoording daarvan het gehele procesdossier en de daarin opgekomen vragen (zoals deze zijn gesteld aan ir. J.J.W.M. Smeets en F.A. Olberts re) dienen te betrekken”.
en

Aan deze deskundige zal onder meer ook worden verzocht een begroting te geven van de kosten van de herstelwerkzaamheden, tengevolge van de schade aan de woning van [geïntimeerde], waarvoor naar zijn deskundige mening Aluzon verantwoordelijk is”.
7.2.2.
Voor de goede orde zal het hof thans de in het tussenvonnis van 5 maart 2008 geformuleerde vragen - zoals deze thans wederom aan een deskundige zullen worden voorgelegd - herhalen.
a. Ingevolge de offerte d.d. 5 oktober 2001 is gekozen voor thermisch onderbroken Aliplast profielen van het Imperial driekamersysteem (bouwdiepte 65 mm) en voor beglazing van het type HR++ met K=1.1 W/M2.K.
Is conform de offerte geleverd?
Is wat betreft de beglazing voldaan aan het vereiste van veiligheidsglas conform de geldende NEN norm 3569 (Veiligheidsbeglazing voor gebouwen), dan wel de op het moment van plaatsing geldende norm?
[geïntimeerde] heeft een aantal gebreken geconstateerd (wateroverlast, koudebrug, condensvorming op de ramen, schimmelvorming, lekkages, defecte ventilatieroosters, het loslaten van de gevelbepleistering aan de buitenzijde van de woning van [geïntimeerde], het foutief plaatsen van deurkrukken aan de buitenzijde van de schuifpuien en het foutief plaatsen van de RVS-greep aan de buitenzijde van de voordeur).
Kunt u de aanwezigheid van die gebreken vaststellen?
Zo ja, kunt u dan - van ieder van die gebreken - aangeven:
- waardoor dat gebrek is ontstaan;
- welke schade daardoor is ontstaan c.q. in de toekomst zal ontstaan;
- op welke wijze dat gebrek hersteld kan worden en welke kosten daarmee gepaard zullen gaan;
Wat is de consequentie van deze gebreken en aan wie kan dit worden verweten?
Geeft de onderhavige zaak u overigens nog aanleiding tot het maken van opmerkingen?
7.2.3.
F.A. Olberts re heeft in verband met zijn expertise, naast de hierboven reeds genoemde vragen a) en c) ook nog de navolgende vragen beantwoord:
Is er sprake van een foutieve detaillering van de raamdorpels en zo ja, is dit de oorzaak van alle vochtproblemen bij [geïntimeerde]?
Welke schade is veroorzaakt door het boren van gaten in het raamkozijn van de badkamer?
Op welke wijze kan de wateroverlast c.q. waterschade worden anagepakt en welke kosten zijn hieraan verbonden?
Welke schade wordt veroorzaakt door de lekkende draai-/kiepramen?
7.2.4.
Ir. J.J.W.M. Smeets heeft de door de rechtbank gestelde vragen (hierboven in r.o. 7.2.2. weergegeven) behandeld.
7.3.1.
In het kader van het deskundigenonderzoek dient aan de deskundige een compleet dossier ter beschikking gesteld te worden. Het hof merkt dienaangaande het volgende op. Door Aluzon was in verband met de voorbereiding door het hof van de comparitie na aanbrengen een procesdossier overgelegd. [geïntimeerde] heeft vervolgens aan het hof geschreven (met kopie aan Aluzon) dat dit dossier naar zijn mening niet compleet was. Aluzon heeft vervolgens nog enkele aanvullende stukken aan het hof gezonden. Door [geïntimeerde] is, als gezegd, een procesdossier overgelegd ter gelegenheid van de vraag naar de onderhavige uitspraak.
7.3.2.
Het hof heeft geconstateerd dat beide dossiers (nog) niet helemaal compleet zijn. Zo ontbreken, voor zover het hof kan zien, thans nog in het dossier van Aluzon:
  • de bijlagen bij de mail van [geïntimeerde] aan de deskundige d.d. 3 juni 2008;
  • de brief van de deskundige aan de rechtbank d.d. 16 juli 2008;
  • de brief van de rechtbank aan [geïntimeerde] d.d. 1 augustus 2008;
  • de brief van [geïntimeerde] aan de rechtbank van 15 augustus 2008.
In het dossier van [geïntimeerde] ontbreken:
  • de brief van de deskundige aan Aluzon en [geïntimeerde] d.d. 18 augustus 2008;
  • de brief van [geïntimeerde] aan de rechtbank van 18 september 2008;
  • de bijlagen bij de brief van [geïntimeerde] van 18 februari 2009;
  • de antwoordakte van Aluzon van 24 augustus 2011.
Voorts heeft het hof uit het griffiedossier kennisgenomen van de appeldagvaarding, het tussenarrest van 29 mei 2012 en het procesverbaal van de comparitie van 29 juni 2012.
Tenslotte heeft het hof geconstateerd dat de conclusie van antwoord in reconventie van Aluzon d.d. 29 augustus 2007, zoals deze door [geïntimeerde] is gefourneerd, voorzien is van zeer veel aantekeningen van de hand van de zijde van [geïntimeerde].
7.4.1.
Het hof is voornemens om als deskundige te benoemen:
Ir. C.A. van der Steen
Technoconsult, Bouwtechnisch en bouwfysisch onderzoek en advies
Postbus [postbusnummer]
[postcode] [plaats],
ter beantwoording van de vragen, zoals vermeld in r.o. 7.2.
7.4.2.
Het hof is gelet op het feit dat partijen gezamenlijk de benoeming van een deskundige verzoeken voornemens de kosten van de deskundige voorshands gelijkelijk ten laste van partijen te brengen.
7.5.1.
Partijen hebben ter gelegenheid van de comparitie uitgesproken:

Beide partijen hebben duidelijk de bedoeling om zich vervolgens te richten naar de uitkomsten van het rapport van de deskundige.”
7.5.2.
Het hof zal derhalve de zaak verwijzen naar de rol van vijf maanden na heden voor akte aan beide zijden, zodat partijen zich kunnen uitlaten over de eventuele voortgang van de procedure of doorhaling van de zaak.
7.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

8.De uitspraak

Het hof:
8.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 7.2.1 tot en met 7.2.3 van dit arrest weergegeven vragen;
8.2.
benoemt tot deskundige:
Ir. C.A. van der Steen
Technoconsult, Bouwtechnisch en bouwfysisch onderzoek en advies
Postbus [postbusnummer]
[postcode] [plaats],
8.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een
compleetafschrift van) alle processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
8.4.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
8.5.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 3.500,--, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat ieder van partijen de helft van genoemd voorschot van € 3.500,--, derhalve € 1.750,--,
binnen 2 weken na hedenzal overmaken naar rekeningnummer 56.99.90.572 ten name van Arrondissement 536 ‘s-Hertogenbosch onder vermelding van zaaknummer HD 200.105.230;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
8.6.
benoemt mr. H.A.G. Fikkers tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
8.7.
verwijst de zaak naar de rol van 19 maart 2013 voor akte aan beide zijden als vermeld in r.o. 7.5.2.;
8.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, S.M.A.M. Venhuizen en J.C.J. van Craaikamp en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op
16 oktober 2012.
griffier rolraadsheer