Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
14.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 5 maart 2013;
- de akte uitlating met één productie van de zijde van [appellante];
- de antwoordakte van de zijde van Trajekt.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, heeft de appellante, vertegenwoordigd door mr. R.H.M. Wagemans, een hoger beroep ingesteld tegen Stichting Trajekt, vertegenwoordigd door mr. Ph.C.M. van der Ven. De zaak betreft een geschil over de nabetaling van loon en de toepassing van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen. De appellante vorderde nabetaling van loon vanaf 1 september 2000, maar het hof oordeelde dat de vordering pas vanaf 1 juni 2001 toewijsbaar was, omdat pas vanaf dat moment ongelijke behandeling op basis van geslacht was vastgesteld. Het hof had eerder in een tussenarrest van 5 maart 2013 al een bindende eindbeslissing genomen over de toewijsbaarheid van de vordering.
De appellante heeft in deze procedure een nieuwe berekening van haar vordering overgelegd, die door Trajekt niet werd betwist. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante in totaal € 6.783,84 bruto te weinig aan loon heeft ontvangen. Het hof heeft de vordering van de appellante toegewezen, inclusief wettelijke rente en een wettelijke verhoging van 25% over de toegewezen bedragen. Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten van € 500,- toegewezen.
Het hof heeft het bestreden vonnis vernietigd en Trajekt veroordeeld tot betaling van de nabetaling, wettelijke rente, wettelijke verhoging en incassokosten. Tevens is Trajekt veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. Het hof heeft verklaard dat Trajekt gehouden is om alle schade te vergoeden die de appellante heeft geleden door het niet tijdig voldoen van het verschuldigde loon, met betrekking tot haar pensioenregelingen. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.