ECLI:NL:GHSHE:2013:2983

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 juli 2013
Publicatiedatum
9 juli 2013
Zaaknummer
HD 200.093.193-01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenbenoeming in civiele procedure tussen Handelsonderneming B.V. en geïntimeerde

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Handelsonderneming B.V. en een geïntimeerde. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 12 februari 2013, waarin het hof had aangegeven deskundigen te willen benoemen om de waardering van activa van de vennootschap te onderzoeken. De appellante, Handelsonderneming B.V., heeft in het principaal appel verzocht om een deskundige aan te wijzen die de waardering van de activa kan toetsen aan de professionele standaarden van accountants. De geïntimeerde heeft in incidenteel appel zijn vorderingen met betrekking tot goodwill afgewezen gezien de voorgeschiedenis tussen partijen.

Het hof heeft in zijn uitspraak van 9 juli 2013 bepaald dat er een deskundigenonderzoek zal plaatsvinden naar de vraag of de waardering van de activa door de door de appellante genoemde accountants in overeenstemming is met de geldende normen. De deskundige, A.G. Maessen AA, is benoemd en het hof heeft de kosten van het deskundigenonderzoek vastgesteld op € 2.600,-. De appellante is verplicht dit bedrag binnen twee weken over te maken. Het hof heeft verder bepaald dat partijen de deskundige alle benodigde informatie moeten verstrekken en dat de deskundige een schriftelijk rapport moet indienen binnen drie maanden na de start van het onderzoek. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen na het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.093.193/01
arrest van 9 juli 2013
in de zaak van
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante in principaal appel,
geïntimeerde in incidenteel appel,
advocaat: mr. H.M.M. van den Elzen te 's-Hertogenbosch,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde in principaal appel,
appellant in incidenteel appel,
advocaat: mr. M.M.C. van de Ven te Boxmeer.
Als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 12 februari 2013 in het hoger beroep van het door de rechtbank ’s-Hertogenbosch onder zaak-/rolnr 206495/HAZA 10-296 gewezen vonnis van 30 maart 2011.

6.Het tussenarrest van 12 februari 2013

In principaal appel
6.1.
Bij tussenarrest van 12 februari 2013 heeft het hof te kennen gegeven voornemens te zijn (een) te benoemen deskundige(n) de vraag voor te leggen of de waardering van de activa van de vof, zoals door [Accountants 2] gedaan, in onderhavige situatie buiten de normen zoals die gelden conform de professionele standaard van een accountant valt en voorts, voor het geval die professionele standaard niet in acht is genomen, de deskundige te verzoeken zelf een slotbalans op te stellen. De zaak is naar de rol verwezen voor akte aan de zijde van [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. en vervolgens aan de zijde van [geïntimeerde] , teneinde hen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over het aantal en de perso(o)n(en) van de te benoemen deskundige(n) en de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
In incidenteel appel
6.2.
In incidenteel appel is beslist dat de vorderingen ziende op goodwill zullen worden afgewezen.

7.De verdere procedure

In principaal appel
7.1.
[Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. heeft vervolgens een akte na tussenarrest genomen en [geïntimeerde] heeft hierop van antwoordakte gediend.
7.2.
Hierna is opnieuw uitspraak bepaald.

8.De verdere beoordeling

In principaal appel
8.1.
[Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. heeft naar voren gebracht dat de te benoemen deskundige een AA-accountant dient te zijn, die bekend is met de regio waarin [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. werkzaam is, die garagebedrijven, waaronder bedrijven die handelen in tweedehands auto, in portefeuille heeft en die ervaring heeft met het waarderen van ondernemingen. De te benoemen deskundige dient voorts noch een relatie met [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. noch met [geïntimeerde] te hebben. [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. heeft vervolgens enkele personen genoemd, die haars inziens aan genoemde criteria voldoen. Ten aanzien van de hoogte van het aan de deskundige te betalen voorschot is [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. uitgegaan van zes tot acht uur à € 150,- tot € 200,- en heeft zij een voorschot van € 1.225,- exclusief btw (zeven uur à
€ 175,-) redelijk genoemd. [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. heeft voorts te kennen gegeven zich niet te kunnen vinden in het oordeel van het hof dat zij het voorschot voor de kosten van de deskundige dient te dragen. Naar de stellingen van [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. blijkt uit genoemd tussenarrest dat zij zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat geen bindende slotbalans is overeengekomen. Nu [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. terecht verweer heeft gevoerd tegen de vordering van [geïntimeerde] de vof af te wikkelen op basis van de door [Accountants 2] opgestelde slotbalans, dient [geïntimeerde] op grond van het bepaalde in artikel 195 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering het voorschot voor de kosten van de deskundige te dragen, aldus [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V.. Subsidiair heeft [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. verzocht het voorschot op de kosten van de deskundige niet volledig voor haar rekening te laten komen. Ten slotte heeft [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. voorgesteld aanvullend op het in 4.16. van genoemd tussenarrest geformuleerde de volgende vragen aan de deskundige voor te leggen:
a. Is de door [Accountants 2] opgestelde liquidatiebalans conform de voor accountants geldende beroepsregels (Accountants Administratieconsulenten en Nederlandse federatie van belastingadviseurs, zie de algemene voorwaarden van [Accountants 2]) tot stand gekomen? Heeft [Accountants 2] zich voldoende vergewist van de relevante feiten en onderliggende stukken?
b. Heeft [Accountants 2] een correcte waarderingsmethode toegepast, gelet op de praktijk zoals die gold binnen het bedrijf van [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. en gelet op de voorschriften zoals neergelegd in de vof-akte?
c. Is het correct om de voorraad auto’s te waarderen tegen inkoopprijs dan wel lagere marktwaarde en is het correct dat de lagere marktwaarde bepaald wordt door de verwachte opbrengst minus de gebruikelijke marge en minus de te maken afleverkosten en op basis van ervaringscijfers te verwachten garantiekosten na aflevering van de auto? Heeft [Accountants 2] met deze factoren correct rekening gehouden?
d. Heeft [Accountants 2] op de juiste wijze rekening gehouden met de voor de autobranche geldende marktsituatie in de periode 2008/2009?
e. Is de rekening courantschuld van de vof aan [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. correct berekend?
f. Wat is het oordeel van de deskundige over de door Midion vastgestelde jaarrekening 2008, in het bijzonder de toegepaste waarderingsmethode?
8.2.
[geïntimeerde] heeft opgemerkt vanwege de voorgeschiedenis tussen partijen geen vertrouwen te hebben in door [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. genoemde personen en gesteld dat het hof één deskundige dient aan te wijzen. Ten aanzien van de hoogte van het voorschot voor de kosten van de deskundige heeft [geïntimeerde] zich gerefereerd aan het oordeel van het hof. [geïntimeerde] heeft aangegeven te menen dat dit voorschot voor rekening van [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. dient te komen. [geïntimeerde] heeft zich voorts verzet tegen de hierboven weergegeven door [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. voorgestelde aanvullende vragen.
8.3.
Het hof volhardt bij hetgeen in voormeld tussenarrest is overwogen en beslist voor wat betreft het voorschot voor de kosten van de deskundige ten behoeve van de beantwoording van na te melden eerste vraag. Onder verwijzing naar hetgeen in 4.14. tot en met 4.17. in voormeld tussenarrest is overwogen en beslist, worden de stellingen van [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. ten aanzien van de partij die zou zijn aangewezen voorshands de kosten van de deskundige te voldoen, ter zijde geschoven. Indien de deskundige zal toekomen aan de beantwoording van de tweede vraag, dient het voorschot voor de kosten van dit tweede deel van het deskundigenonderzoek door partijen gezamenlijk en gelijkelijk worden gedragen. Het hof komt in zo verre terug op zijn eerdere arrest.
8.4.
De door [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. genoemde aanvullende vragen zullen niet aan de deskundige worden voorgelegd. Voor een toetsing als [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. beoogt, is in onderhavig geschil vooralsnog geen plaats, zoals volgt uit genoemde rechtsoverwegingen.
8.5.
Het hof is met partijen van oordeel dat de benoeming van één deskundige zal volstaan. Na te melden deskundige zal worden verzocht de volgende vragen te beantwoorden:
1. Valt de waardering van de activa van de vof, zoals door [Accountants 2] in de door hen opgestelde slotbalans gedaan, in onderhavige situatie buiten de normen zoals die gelden conform de professionele standaard van een accountant?
2. Zo ja, wilt u zelf een slotbalans opstellen per 31 december 2008?
8.6.
Het voorschot voor de kosten van het deskundigenonderzoek is in samenspraak met de deskundige vastgesteld op een bedrag van € 2.600,- inclusief btw (twaalf uur à € 173,- exclusief btw + eventuele reiskosten) voor wat betreft vraag 1. Ten aanzien van het aanvullende bedrag, voor het geval de deskundige zelf een slotbalans zal opstellen in het kader van vraag 2., kon de deskundige zich nog niet uitlaten bij gebrek aan relevante stukken. Vooralsnog zal [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. slechts voormeld bedrag van € 2.600,- dienen voor te schieten. Het hof realiseert zich dat dit bedrag het door [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. genoemde bedrag overschrijdt. Uiteraard heeft zij de keus dit bedrag niet te voldoen. Indien het voorschot niet zal wordt ontvangen, zal worden afgezien van het deskundigenonderzoek en zal recht worden gedaan op de stukken.
In principaal en incidenteel appel voorts
8.7.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

9.De uitspraak

Het hof:
In principaal appel
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 8.5. van dit arrest geformuleerde vraag 1.;
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vraag 1.:
A.G. Maessen AA
[Accountants/Adviseurs] Accountants/Adviseurs
[adres]
;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek -
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk, met redenen omkleed en ondertekend bericht met een duidelijke conclusie in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op drie maanden, nadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige vooralsnog op een bedrag van
€ 2.600,-;
bepaalt dat [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. laatstgenoemd bedrag binnen twee weken na heden zal overmaken naar IBAN-rekeningnummer NL53 RBOS 0569 990572 ten name van gerechtshof ’s-Hertogenbosch onder vermelding van zaaknummer HD 200.093.193/01;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan voor wat betreft de beantwoording van vraag 1., het hof daarover tijdig in te lichten;
benoemt mr. E.K. Veldhuijzen van Zanten tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken, indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
verwijst de zaak naar de rol van 10 december 2013 voor memorie na deskundigenonderzoek aan de zijde van [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V.;
In principaal en incidenteel appel
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.A.M. van Schaik-Veltman, E.K. Veldhuijzen van Zanten en T.H.M. van Wechem en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 9 juli 2013.