ECLI:NL:GHSHE:2013:3179

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 juli 2013
Publicatiedatum
17 juli 2013
Zaaknummer
AVNR. 000861-13
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot schorsing van voorlopige hechtenis met inachtneming van strafvermindering

Op 11 juli 2013 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch in raadkamer het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte beoordeeld. Dit verzoek was ingediend op 4 juli 2013 en was gericht op de opheffing en/of schorsing van de voorlopige hechtenis. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord. Het hof constateerde dat de verdenking en de gronden voor de voorlopige hechtenis nog steeds aanwezig waren, waardoor het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen.

Echter, het hof overwoog dat de persoonlijke belangen van de verdachte zwaarder moesten wegen naarmate de voorlopige hechtenis langer duurde. Gezien de opgelegde gevangenisstraf van dertig maanden en de overschrijding van de redelijke termijn, besloot het hof dat de voorlopige hechtenis na achttien maanden geschorst diende te worden. Het hof hield rekening met een verwachte strafvermindering van drie maanden.

Uiteindelijk heeft het hof het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis toegewezen, met ingang van de datum waarop de voorlopige hechtenis achttien maanden had geduurd. De voorwaarden voor de schorsing werden ook vastgesteld, waarbij de verdachte zich diende te onthouden van strafbare feiten en gehoor moest geven aan oproepingen van politie en justitie. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Hofnummer: 20-000455-11
Parketnummer 1e aanleg: 01-849370-09
Bijzondere zaak, nummer: AVNR. 000861-13
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien het verzoekschrift d.d. 4 juli 2013 ingediend namens:
naam
[verdachte]
voornamen
[verdachte]
geboren
[geboortedag]te [geboorteplaats]
wonende te
[adres]
adres
[adres]
thans verblijvende in
[verblijfplaats]
strekkende tot opheffing en/of schorsing van de voorlopige hechtenis.
Het hof heeft gehoord in raadkamer van dit hof de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsman.
Het hof is na onderzoek gebleken dat de verdenking, bezwaren en gronden, die tot het bevel gevangenhouding van verdachte hebben geleid, ook thans nog bestaan, zodat het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de hand moet worden gewezen.
Het hof overweegt dat bij afweging van de persoonlijke belangen van verdachte en de strafvorderlijke belangen, gelet op hetgeen de raadsman in raadkamer heeft aangevoerd, de persoonlijke belangen van verdachte dienen te prevaleren vanaf het moment dat de voorlopige hechtenis 18 maanden heeft geduurd.
Het hof heeft hierbij als uitgangspunt genomen de opgelegde gevangenisstraf van dertig maanden. Hierbij heeft het hof rekening gehouden met een strafvermindering van drie maanden in verband met de te verwachten vermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn. Voorts heeft het hof rekening gehouden met het tijdstip dat verdachte, gelet op het vorenstaande, ware het rechtsmiddel van cassatie niet aangewend, voor voorwaardelijke invrijheidsstelling in aanmerking zou zijn gekomen.
Derhalve wijst het hof het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte toe, met ingang van die datum waarop de voorlopige hechtenis van verdachte 18 maanden heeft geduurd.
BESCHIKKENDE
Wijst af het ingediende verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis;
Wijst toe het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Beveelt dat de voorlopige hechtenis van verdachte zal worden geschorst met ingang van de datum waarop de voorlopige hechtenis van verdachte 18 maanden heeft geduurd.
Stelt aan verdachte als voorwaarden der schorsing:
dat verdachte -indien de opheffing der schorsing mocht worden bevolen- zich aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis, niet zal onttrekken;
dat verdachte -ingeval hij wegens het feit waarvoor voorlopige hechtenis is bevolen- tot andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
dat verdachte zich gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis zal onthouden van het plegen van strafbare feiten;
dat verdachte gehoor zal geven aan alle oproepingen van politie en justitie.
Aldus gedaan op 11 juli 2013
door mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, mr. F.J.M. Walstock en mr. W. van Nierop,
in tegenwoordigheid van mr. D.E.J. Timmermans, griffier.
Fiat betekening en tenuitvoerlegging:
's-Hertogenbosch,
De advocaat-generaal,
Gezien d.d.
De directeur van