Uitspraak
- veroordeelde en [medeveroordeelde] dienen te worden beschouwd als een economische eenheid, aangezien zij reeds geruime tijd een relatie hebben en hun inkomsten en uitgaven verweven zijn, zodat het wederrechtelijk verkregen voordeel voor de helft ten bate van veroordeelde en voor de helft ten bate van [medeveroordeelde] is gekomen en dit voordeel dus ook via deze verdeling dient te worden ontnomen;
- middels de teelt van hennep in het pand aan de [adres] te Echt is een bedrag van
- middels de handel in hennepstekken in de periode van 30 oktober 2001 tot en met
- middels de teelt van hennep in het pand aan de [adres] te Stein is een bedrag van € 1.579.554,75 aan voordeel wederrechtelijk verkregen;
- de opbrengst van de stekkenhandel dient te worden geëxtrapoleerd ten aanzien van de periode 1 januari 2000 tot en met 30 oktober 2001, terwijl de opbrengst van de hennepteelt in het pand aan de [adres] te Stein dient te worden geëxtrapoleerd ten aanzien van de periode 1 januari 2000 tot en met 1 september 2002, hetgeen resulteert in een bedrag van € 2.300.283,40 aan wederrechtelijk verkregen voordeel;
- het totale wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt aldus € 4.597.931,13.
- de voordeelberekening waar deze is onderbouwd met de methode van extrapolatie dient te worden afgewezen;
- de periode die voorafgaat aan 14 december 2000 op grond van beginselen van behoorlijk procesrecht bij de bepaling van het wederrechtelijk verkregen voordeel buiten beschouwing dient te blijven;
- veroordeelde uit de hennepkwekerij aan de [adres] te Echt geen voordeel heeft genoten, omdat deze is leeggeroofd;
- in de hennepkwekerij aan de [adres] te Steijn één maal is geoogst, waarbij de opbrengst verdeeld dient te worden over [betrokkene 1], [betrokkene 2], [betrokkene 3] en veroordeelde;
- de kasopstelling geen concrete basis vormt voor het schatten van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
- het kastekort, rekening houdend met de tekortkomingen, maximaal € 734.656,00 bedraagt en er geen enkele aanleiding bestaat om naast het saldo van de kasopstelling ook inkomsten op basis van een transactieberekening bij dit tekort op te tellen.
B. Hennepkwekerij aan de [adres] in Echt
12 augustus 2013 heeft veroordeelde in de zaak met parketnummer 03-005797-00 een transactie ter hoogte van € 1.700,00 voldaan ter zake van een op 14 december 2000 in Maastricht gepleegde overtreding van artikel 3, eerste lid, aanhef en onder B, van de Opiumwet.
€ 1.700,- die alleen betrekking had op het bezit van die 300 plantjes (parketnummer
005797-00). Justitie vond destijds kennelijk, dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor [veroordeelde]’s betrokkenheid bij die kwekerij zelf.”
ne bis in idem-beginsel” zou opleveren. In aanmerking genomen dat veroordeelde geen wederrechtelijk voordeel heeft verkregen door middel van het begaan van het strafbare feit ter zake waarvan hij de transactie heeft voldaan, kan het hof de verdediging niet volgen in dat standpunt.
- gelet op de duur van de huur en de duur van een totale kweekcyclus niet twee keer, maar hooguit één keer kan zijn gekweekt in de betreffende loods;
- veroordeelde uit de kwekerij geen enkel voordeel heeft genoten, omdat de kwekerij werd leeggeroofd.
€ 25.664,25.
- vaste afschrijvingskosten bij een hennepkwekerij van 384 planten:
- variabele kosten (waaronder kosten in verband met stekken en voedingsstoffen) à
€ 3.970,58aan huurkosten op de opbrengst in mindering brengen.
€ 250,00 + € 1.689,60 + € 3.970,58 =
€ 5.910,18.
€ 19.754,07.
€ 17.778,66.
C. Handel in hennepstekken
30 oktober 2001 tot en met 29 maart 2005 480.500 stekken heeft verkocht.
€ 720.750,00.
€ 96.100,00.
€ 231.271,74aan [medeveroordeelde] heeft betaald, welk bedrag als ten behoeve van de handel in hennepstekken gemaakte kosten in mindering zullen worden gebracht.
€ 96.100,00 + € 231.271,74 =
€ 327.371,74.
€ 393.378,26.
D. Hennepkwekerij aan de [adres] in Stein
1 oktober 2003 tot en met 25 november 2004 gebruik heeft gemaakt van de loods, zijnde een periode van 60 weken.
€ 702.024,34.
- vaste afschrijvingskosten bij een hennepkwekerij van 2.626 planten, uitgaande van vier oogsten:
- variabele kosten (waaronder kosten in verband met stekken en voedingsstoffen) à
- kosten van de knippers à € 2,00 per hennepplant, uitgaande van vier oogsten à 2.626 planten:
€ 18.000,00.
€ 2.000,00 + € 46.217,60 + € 21.008,00 + € 18.000,00 =
€ 87.225,60.
€ 614.798,74.
- in de ontnemingsrapportage in de zaak tegen [betrokkene 2] een duidelijke relatie is gelegd tussen de loodsen aan de Nijverheidsweg te Stein en Vinkenslag te Maastricht;
- het uitgangspunt van de politie en de rechtbank in de zaak [betrokkene 2] is geweest dat de opbrengst van de loods aan de Nijverheidsweg in de loods aan de Vinkenslag is geknipt;
- de rechtbank in de ontnemingszaak tegen [betrokkene 2] ervan is uitgegaan dat [betrokkene 2] een derde van de winst kreeg van de hennep die in een loods aan de Vinkenslag werd geknipt en dat het andere twee derde deel volgens de rechtbank zou kunnen worden toegerekend aan [betrokkene 1] en veroordeelde.
€ 614.798,74aan veroordeelde toerekenen.
30 oktober 2001 een of meer strafbare feiten er op enigerlei wijze toe hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. Evenmin is aannemelijk geworden dat in de periode van 31 oktober 2001 tot 1 september 2002, naast hetgeen het hof hiervoor heeft overwegen met betrekking tot de handel in hennepstekken, veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen.
€ 1.025.955,66.
5 maanden na de datum waarop hoger beroep is ingesteld, terwijl het hof geen bijzondere omstandigheden aanwezig acht die een dergelijke overschrijding rechtvaardigen.
BESLISSING
€ 1.025.955,66 (eenmiljoen vijfentwintigduizend negenhonderdvijfenvijftig euro en zesenzestig cent).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 1.020.955,66 (eenmiljoen twintigduizend negenhonderdvijfenvijftig euro en zesenzestig cent).