Het gaat in deze zaak om het volgende.
a. [geïntimeerde] en [directeur appellant] (hierna: “ [directeur appellant] ”) zijn per 1 april 2006 een vennootschap onder firma aangegaan onder de naam Autobedrijf [V.O.F.] (hierna: “de vof”), waarin zij een autogaragebedrijf, daaronder begrepen de handel in automobielen, exploiteerden.
b. In de oprichtingsakte van de vof (hierna: “de vof-akte”) van 31 maart 2006 is onder meer bepaald:
“Artikel 20: rentevergoeding bij voortzetting
1.
De voortzettende vennoot is rente verschuldigd vanaf de dag der ontbinding der vennootschap tot en met de dag waarop hij de in artikel 19(hof: betalingsverplichting bij voortzetting)
bedoelde bijdragen voldoet.
2.
Het rentepercentage is gelijk aan het 3 maands euriborpercentage per 31 december van het jaar voorafgaand aan de beëindiging der vennootschap.
(…)”
c. In februari 2008 hebben partijen een aanvullende overeenkomst gesloten (hierna: “de aanvullende vof-akte”) waarin onder meer het volgende is bepaald:
“
(…) dat het bepaalde in deze akte in de plaats komt van hetgeen is neergelegd in de akte van 31 maart 2006.(…)
ARTIKEL 4 – INBRENG
(…)
Goodwill en andere economische voorsprongrechten, zowel voor zover aanwezig op de aanvangsdatum als ontstaan tijdens de duur van de vennootschap komen de vennoten in gelijke mate toe.
(…)
ARTIKEL 14 – VERDELINGS- EN OVERNEMINGSBEDING1. De voortzettende vennoot, verkrijgt krachtens verdeling het aandeel van de niet-voortzettende vennoot in alle goederen die deel uitmaken van het vennootschapsvermogen, onder de gehoudenheid de waarde van dat aandeel in geld uit te keren aan de niet-voortzettende vennoot.
De verdeling vindt plaats aan het einde van het boekjaar waarin de uitoefening van het voortzettingsrecht heeft plaatsgevonden.
De waarde van dat aandeel is gelijk aan de kapitaalsdeelname van de niet-voortzettende vennoot in het bedrijf van de vennootschap zoals die blijkt uit de balans van het bedrijf van de vennootschap op het moment van de voltrekking van de verdeling, waarbij de activa en passiva van het vennootschappelijk bedrijf worden gewaardeerd naar de waarde in het economisch verkeer. (…)
(…)
ARTIKEL 16 – WAARDERING
(…)
2. Wanneer men in onderling overleg, wat de vaststelling van de waarde of prijs betreft, zoals bedoeld in deze akte, niet tot overeenstemming komt, dan wordt deze bindend vastgesteld door een of drie deskundigen door de President van de Rechtbank te ’s-Hertogenbosch, vast te stellen en te benoemen op verzoek van de meest gerede vennoot (…)
(…)
ARTIKEL 19 – BETALINGSVERPLICHTING
(…)
1. De voortzettende vennoot moet, het verschuldigde bedrag wegens de verdeling van het vennootschapsvermogen en de overname van goederen krachtens artikel 13 betalen aan de niet-voortzettende vennoot binnen zes weken na de verdeling van het vennootschapsvermogen, maar uiterlijk bij de levering van die goederen
(…)”
d. Per 1 januari 2008 is [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. in de plaats van [directeur appellant] tot de vof toegetreden.
e. [geïntimeerde] heeft [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. op enig moment laten weten dat hij de samenwerking per 31 december 2008 wilde beëindigen. [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. heeft laten weten dat zij de onderneming wilde voortzetten.
f. Vervolgens is onderhandeld over de financiële afwikkeling van de beëindiging van de samenwerking. Op 4 februari 2009 heeft [vertegenwoordiger Medion] van Midion B.V., de accountant van de vof en [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V., (hierna: “ [vertegenwoordiger Medion] ”), namens [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. een voorstel tot afwikkeling gedaan, dat door [geïntimeerde] is verworpen.
g. Bij brief van 8 april 2009 heeft de advocaat van [geïntimeerde] het volgende geschreven aan [directeur appellant] :
“(…) Ik begrijp dat de heer [vertegenwoordiger Medion] , accountant van de vennootschap, aan cliënt voorstellen heeft gedaan met betrekking tot de waarde van het overgenomen aandeel van cliënt in de beëindigde vennootschap. Deze voorstellen worden niet geaccepteerd.
Verdeling van de vennootschap levert in vrijwel alle gevallen een kostbaar en tijdrovend dispuut op indien ieder van de partijen één accountant inschakelt. De huidige accountant van de vennootschap zal naar alle waarschijnlijkheid ook uw accountant blijven, zodat zijn onafhankelijkheid niet is gewaarborgd.
Om tot een constructieve afwikkeling te komen, dient derhalve één onafhankelijke accountant te worden benoemd, die een voor beide partijen bindende balans en (daaraan verbonden) financiële verdeling vaststelt, waarbij de kosten van deze deskundige bij helfte door partijen worden voldaan. Wat cliënt betreft kan een deskundige van [Accountants 1] accountants worden ingeschakeld. (…)”
h. Bij brief van 4 juni 2009 heeft de advocaat van [geïntimeerde] het volgende geschreven aan de advocaat van [directeur appellant] :
“(…) In bovengenoemde kwestie heb ik contact gehad met [Accountants 1] Accountants voor het opmaken van een offerte. De kosten bedroegen inzake de verdeling EUR 3.000,00. Omdat cliënt met dit bedrag niet akkoord gaat, heb ik contact gezocht met een andere accountant, te weten [Accountants 2] Accountants & Adviseurs met het verzoek een offerte op te stellen. Deze offerte treft u bijgaand aan.
Cliënt stelt voor dat laatstgenoemd kantoor toegang krijgt tot het dossier van de accountant en de financiële administratie van de onderneming over 2007 en 2008, zodat de opdracht uitgevoerd kan worden voor een bedrag van € 1.400,00.
Kan uw cliënt hiermee instemmen? (…)”
i. Bij laatstgenoemde brief was als bijlage gevoegd een brief van [Accountants 2] Accountants & Adviseurs B.V. (hierna: “ [Accountants 2] ”) van 3 juni 2009 aan de advocaat van [geïntimeerde] , waarin onder meer het volgende is opgenomen:
“Het samenwerkingsverband tussen partijen is ontbonden en het aanwezige kapitaal moet verdeeld worden. U heeft aangegeven, dat partijen overeenstemming hebben over het feit, dat een onafhankelijke accountant een slotbalans samenstelt die als basis dient om tot een verdeling te komen.
Werkzaamheden [Accountants 2] Accountants & Adviseurs en tarief
Om efficiënt onze werkzaamheden uit te kunnen voeren is het van groot belang, dat wij de beschikking krijgen over gedeelten van het dossier van de huidige accountant. De discussie tussen partijen spitst zich toe op enkele posten op de balans. Wanneer wij inzicht krijgen in de waardering van de posten kunnen wij ook tegen aannemelijke kosten tot een slotbalans komen. De posten die naar onze mening niet ter discussie staan nemen wij namelijk integraal over. Overige posten zullen wij opnieuw waarderen.
Wanneer wij toegang krijgen tot het dossier van de accountant en de financiële administratie van de onderneming over 2008 en 2009, kunnen wij de opdracht uitvoeren voor een bedrag van € 1.400 (exclusief omzetbelasting). Wij willen slechts inzage in de waardering en specificatie van de balansposten. Wij hoeven uiteraard geen inzage in adviesdossiers. (…)
Wij verzoeken u één exemplaar van deze opdrachtbevestiging gedagtekend en ondertekend te retourneren.”
j. De advocaat van [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. heeft bij brief van 9 juni 2009 als volgt gereageerd:
“In reactie op uw schrijven van 4 juni 2009 kan ik u berichten dat cliënte [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. kan instemmen met de op 3 juni 2009 door [Accountants 2] Accountants & Adviseurs B.V. afgegeven offerte.
In dat kader treft u bijgaand de door cliënte ondertekende offerte aan. (…)
Ter zake de door [Accountants 2] Accountants & Adviseurs B.V. benodigde inzage in de financiële administratie van Autobedrijf [V.O.F.] over het boekjaar 2007 en 2008 kan ik u berichten dat zij daarover direct contact kunnen opnemen met de heer [vertegenwoordiger Medion] van Medion. (…)
k. Bij laatstgenoemde brief was een door [directeur appellant] namens [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. voor akkoord getekend exemplaar van de hierboven genoemde brief van [Accountants 2] van 3 juni 2009 bijgesloten.
l. [Accountants 2] heeft vervolgens, na een bezoek aan het kantoor van [vertegenwoordiger Medion] , een slotbalans per 31 december 2008 opgesteld. Zij heeft deze slotbalans met een begeleidende brief op 23 juli 2009 aan [geïntimeerde] , [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. en de advocaten van partijen toegezonden. In deze balans sluit het eigen vermogen van de vof per 31 december 2008 op € 210.114,-, waarvan € 171.009 aan [Handelsonderneming] Handelsonderneming B.V. toekomt en € 39.105,- aan [geïntimeerde] . In de begeleidende brief heeft [Accountants 2] het volgende gesteld over goodwill:
“Volledigheidshalve dient nog opgemerkt te worden dat in het financieel verslag geen goodwill opgenomen is. Wij zijn niet op de hoogte van de bepalingen in de overeenkomst van de v.o.f. omtrent het al dan niet bestaan van een verplichting/recht van uitbetaling van goodwill. Wanneer deze verplichting/recht bestaat dient de post goodwill nader bepaald te worden.”