Volgens Abab heeft zij uitsluitend in opdracht van Knorberg B.V. advieswerkzaamheden verricht op het punt van de samenwerking tussen Kegra en Knorberg B.V. Met het opstellen van de pachtovereenkomst tussen Kegra en Knorberg B.V. heeft zij geen bemoeienis gehad. De exploitatie-overeenkomst is inderdaad door haar opgesteld, maar dat is gebeurd op verzoek van Knorberg B.V.
Abab wijst er op dat zij met betrekking tot de hier bedoelde advieswerkzaamheden uitsluitend in het bezit is van een dossier ten name van Knorberg B.V.; zij beschikt niet over een dossier ten name van Kegra.
Met betrekking tot de hiervoor geciteerde brief van 30 december 1999 heeft Abab aangevoerd dat het hier om een standaardbrief gaat die zowel naar klanten van Abab is gestuurd als naar andere betrokkenen die in de dossiers van Abab voorkwamen ter zake van een samenwerkingsverband als hiervoor bedoeld. De vermelding in de brief van 30 december 1999 van de vennootschap “VEM [locatie] B.V.” berust op een vergissing. In plaats van die vennootschap had Knorberg B.V. vermeld moeten staan.
Abab wijst in dit verband op de brief d.d. 2 december 2000 die namens [veehouder] en zijn vennootschappen aan Abab is gezonden (gevoegd als productie 2 bij MvG), waarin [veehouder] zich beklaagt over de toezending van de voormelde brief van 30 december 1999 aan de diverse wederpartijen van (de vennootschappen van) [veehouder]. In de brief van 2 februari 2002 is het volgende vermeld:
“Tot mij wendden zich de heer [veehouder] alsmede de tot zijn consortium
behorende vennootschappen, wonende resp. gevestigd aan de [perceel 2.]
([postcode]) [woon- c.q. vestigingsplaats]. Namens cliënten breng ik het navolgende
onder Uw aandacht.
1. In 1996 en 1997 heeft het ABAB cliënten geadviseerd en bijgestaan in
verband met het aangaan van pachtovereenkomsten en verzorgings- c. q.
exploitatieovereenkomst voor het houden van varkens. Op grond van de door
ABAB verstrekte adviezen zijn cliënten voormelde overeenkomsten aangegaan
met derden. Tevens zij er in dit verband op gewezen dat in vervolg op de
adviezen, bedoelde overeenkomsten tussen cliënten en derden eveneens zijn
opgesteld door het ABAB. De inhoud en vormgeving van de overeenkomsten
is integraal bepaald door de diverse experts van Uw onderneming.
Bij aangetekende brief d.d. 30 december 1999 heeft U, nota bene onder
voorbijgaan aan cliënten (in verband met meerdere werkzaamheden een vaste
relatie van het ABAB), aan de contractuele wederpartijen (lees: de opgemelde
derden) bericht dat zij mogelijk niet voldoen aan de vereisten die MINAS
voorschrijft. Voorts deelt U in dit schrijven mee:
’Wij adviseren u derhalve dringend om - voorzover dat al niet liet geval
is - met ingang van 1 januari 2000 de MINAS-administratie met
betrekking tot de dieren en de aanvoer van voer en de afvoer van mest middels uw eigen administratie als houder van de dieren te laten lopen.’
Zoals bij Uw organisatie bekend zijn cliënten ook nog enkele andere samen-
werkingsverbanden met derden aangegaan. Hoewel met de totstandkoming
daarvan het ABAB geen feitelijke bemoeienis heeft gehad, heeft zij opgemeld
schrijven eveneens aan de contractuele wederpartijen in verband met deze
andere samenwerkingsverbanden doen toekomen.”