ECLI:NL:GHSHE:2014:1789
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident ex artikel 234 Rv betreffende uitvoerbaarheid bij voorraad van een vonnis in een civiele procedure
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een incidentele vordering in hoger beroep van [bedrijf]-GWL Installatietechniek B.V. tegen Actief Holding B.V. De vordering is gericht op de uitvoerbaarheid bij voorraad van een eerder vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin [bedrijf]-GWL was veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 29.915,81, vermeerderd met wettelijke rente, en een bedrag van € 3.670,99. Het vonnis was niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat aanleiding gaf tot de incidentele vordering van Actief Holding.
De procedure in hoger beroep is gestart met een dagvaarding op 28 februari 2014, en de partijen hebben hun standpunten uiteengezet in verschillende memoriae. Het hof heeft in het bestreden vonnis van 26 februari 2014 de veroordeling van [bedrijf]-GWL bevestigd, maar niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Actief Holding heeft gesteld dat zij recht en belang heeft bij de executie van het vonnis, terwijl [bedrijf]-GWL gemotiveerd verweer heeft gevoerd.
Het hof heeft de zaak aangehouden voor nadere memorie van Actief Holding, waarbij het hof heeft bepaald dat [bedrijf]-GWL geen verdere reactie meer hoeft te geven. De beslissing in het incident is aangehouden, evenals de beslissing in de hoofdzaak. Het arrest is gewezen op 17 juni 2014 door de rechters S.M.A.M. Venhuizen, C.N.M. Antens en M.G.W.M. Stienissen, en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.