Ter uitvoering van de hem gegeven bewijsopdracht heeft [appellant] één getuige doen horen, te weten [getuige], die onder meer als volgt heeft verklaard:
"Tegen het einde van 2005 zag ik in een regionaal huis-aan-huis blad een advertentie staan waarin de huur werd aangeboden van de loods achter het vrijstaand woonhuis aan de [perceel] te [plaats]. Ik wilde die loods huren voor een hennepkwekerij. Na een telefonisch gemaakte afspraak hebben verhuurder [appellant] en ik elkaar rond begin december 2005 ontmoet in bedoeld woonhuis. Aldaar is de huurovereenkomst tussen hem en mij betreffende de loods voor onbepaalde tijd gesloten. Ik heb hem tijdens dat gesprek een andere reden opgegeven voor de huur van de loods dan de werkelijke, te weten voor de hennepkwekerij. Welke reden ik hem toen heb gegeven weet ik niet meer. Ik ben na een week, dus ongeveer op 8 december 2005 de loods gaan betrekken. Ik heb toen daar gedurende de daaropvolgende periode totdat de politie op 17 maart 2006 de inval deed, alleen een hennepkwekerij gehad. Ik werd af en toe wel door een ander geholpen, maar niet dagelijks. Ik ben bij vonnis van de politierechter van 25 augustus 2006 strafrechtelijk veroordeeld voor het hebben van een hennepkwekerij in de periode 15 januari 2006 tot en met 17 maart 2006. Ik had het ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit reeds bij de politie bekend. Dit feit stond als enige op de dagvaarding voor de politierechter. Daarop stond niet tevens de diefstal van elektriciteit. Tijdens de inval van de politie was ik niet ter plaatse aanwezig.
U vraagt mij of ik iets met de elektriciteitsmeter in de loods heb gedaan. Ik heb daar in het geheel niets mee gedaan. Het enige wat is gebeurd is dat ik per ongeluk met een balk het beschermkapje van de meter heb afgestoten bij de opbouw van de kwekerij. U moet daarbij weten dat de meter zich in de meterkast zonder deur bevond, zodat dit afstoten kon gebeuren. Ik besef dat ik onder ede sta. Ik verklaar met nadruk dat ik heel zeker weet dat ik geen omleiding om de meterkast heb gemaakt. Evenmin heb ik met een magneet getracht om de registratie van verbruikte elektriciteit te beïnvloeden. U houdt mij voor dat de politie/Enexis heeft geconstateerd dat zich op de meterkast krassen bevonden hetgeen erop zou kunnen duiden dat is gewerkt met een magneet om de registratie te beïnvloeden. Ik blijf er uitdrukkelijk bij dat ik ook niet met een magneet in bedoelde zin heb gewerkt. Ik heb de door u bedoelde krassen zelf niet geconstateerd. Ik kan niet uitsluiten dat die krassen zich inderdaad op de meter bevonden, maar ik weet niet hoe die krassen daarop zijn gekomen en ik weet zeker dat dit niet door mij is gebeurd.
Het was wel de bedoeling om de registratie van de elektriciteit in positieve zin te beïnvloeden. De bedoeling was om dit te laten doen door “jongens” nadat de kweek was voltooid. Die voltooiing was er echter nog niet toen de politie op 17 maart 2006 de inval deed. Met “jongens” bedoel ik mensen, bijvoorbeeld elektriciens, die dit buiten werktijd tegen een vergoeding zouden doen. Ik zelf ben technisch niet in staat om de meter terug te draaien.
(…)
Ik ben er ook zeker van dat ik zelf geen verzwaarde zekeringen heb aangebracht. Deze waren overigens wel aanwezig toen ik de loods betrok. De loods behoorde vroeger bij een timmerfabriek. (…)De op 17 maart 2006 aangetroffen kweek was mijn eerste kweek, die bijna klaar was.
(…)Ik ben rond 8 december 2005 begonnen met de opbouw van de hennepkwekerij. Ik weet niet hoe lang ik daarover gedaan heb.”
(…)