3.1.In r.o. 2.1 heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Met grief 1 wordt een klein onderdeel van deze vaststelling bestreden. Het hof zal duidelijkheidshalve een nieuw overzicht geven van de onbetwiste feiten die in hoger beroep het uitgangspunt vormen.
a. Batech is een bedrijf dat zich blijkens haar briefpapier bezig houdt met montage en renovatie van alle staalconstructies.
b. Unipak is een bedrijf dat zich bezig houdt met de fabricage van en de handel in verpakkingsartikelen.
c. Unipak gebruikt magazijnstellingen voor de opslag van haar verpakkingsmateriaal. In oktober 2009 is een deel daarvan voor Unipak overbodig geworden. Zij heeft dat deel vervolgens te koop aangeboden.
d. De heer [medewerker Batech] (hierna: “[medewerker Batech]”) van Batech heeft telefonisch contact opgenomen met Unipak. Daarbij heeft [medewerker Batech] gesproken met de heer [medewerker Unipak] (hierna: “[medewerker Unipak]”) van Unipak. Partijen hebben toen afgesproken dat [medewerker Batech] de aangeboden partij zou komen bekijken.
e. [medewerker Batech] is op 6 november 2009 naar het bedrijf van Unipak gegaan. Partijen hebben toen een koopovereenkomst (hierna: “de koopovereenkomst”) gesloten. Daartoe hebben zij een schriftelijk stuk getekend op (brief)papier van Batech, waarop voorgedrukt stond:
“
Overeenkomst tot koopDatum………………….
Plaats…………………..
Materiaal……………………………..
Bedrag €………………………………….
Koper, [medewerker Batech] Verkoper…………………….”
Handgeschreven werd als datum “
6 november 2009”ingevuld, als plaats
“[plaats]”, als materiaal “
560 jukken Stow ± 7.00 m incl. alle toebehoren vanaf 5.80 m.” en als bedrag “
€ 19.000,00 (…) excl BTW”. Voorts werd handgeschreven vermeld “
Transport rekening koper”.[medewerker Batech] heeft onder zijn voorgedrukte naam getekend, namens Unipak heeft [medewerker Unipak] getekend bij “
Verkoper”.
f. Het aankoopbedrag inclusief btw is door Batech op 9 november 2011 aan Unipak voldaan. Op 20 november 2009 heeft Batech een partij jukken bij Unipak opgehaald.
g. In de brief van 14 december 2009 van de advocaat van Batech geeft de advocaat aan dat Unipak niet aan haar leveringsplicht heeft voldaan omdat slechts 280 jukken in plaats van de volgens Batech overeengekomen 560 zijn geleverd. Unipak wordt gesommeerd om na te komen.
h. Bij brief van 21 december 2009 geeft Unipak aan dat zij wel aan haar leveringsplicht heeft voldaan.
i. De advocaat van Batech heeft bij brieven van 25 januari 2010 en 12 maart 2010 Unipak wederom gesommeerd om na te komen.
j. Reeds voor de aankoop van de jukken van Unipak, had Batech 560 jukken (door)verkocht aan een derde. Om aan haar verbintenis uit deze overeenkomst te voldoen, heeft Batech elders 280 jukken aangeschaft voor een bedrag van € 27.160,00 exclusief btw.
3.2.1.In de onderhavige procedure vordert Batech - samengevat - veroordeling van Unipak tot betaling van een hoofdsom ad € 27.160,00 vermeerderd met de contractuele rente van 1,25% per maand over dat bedrag vanaf 6 november 2010. Verder vordert Batech Unipak te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke kosten ad € 4.074,00 en de proceskosten.
3.2.2.Aan deze vordering tot schadevergoeding heeft Batech, kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. Batech heeft met Unipak een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot 560 jukken. Batech stelt dat zij 280 jukken geleverd heeft gekregen van Unipak en dat Unipak aldus tekort is geschoten in de op haar rustende verplichting tot levering van 560 jukken. Omdat Batech reeds 560 jukken had doorverkocht, diende zij elders 280 jukken te kopen voor een bedrag van € 27.160,00 (excl. btw). Dit bedrag vordert zij als schadevergoeding van Unipak. De buitengerechtelijke kosten en rente vordert Batech op grond van de door haar gehanteerde algemene voorwaarden, die volgens Batech op de tussen partijen gesloten overeenkomst van toepassing zijn.
3.2.3.Unipak heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
3.3.1.Batech heeft op grond van artikel 24 van de door Batech van toepassing verklaarde algemene voorwaarden de zaak aangebracht bij de rechtbank Groningen. Unipak heeft een exceptie van relatieve onbevoegdheid opgeworpen. Zij heeft aangevoerd dat de betreffende algemene voorwaarden niet ter hand zijn gesteld en derhalve vernietigbaar zijn, welke vernietiging Unipak heeft ingeroepen. In het vonnis in incident heeft de rechtbank Groningen geoordeeld dat Unipak de algemene voorwaarden buitengerechtelijk heeft kunnen vernietigen omdat deze niet tijdig ter hand waren gesteld. Deze rechtbank oordeelde voorts dat ten gevolge van die vernietiging de algemene voorwaarden hun gelding hebben verloren. Hierdoor is de in artikel 24 van deze algemene voorwaarden opgenomen forumkeuze niet langer van kracht in verband waarmee de rechtbank Groningen zich onbevoegd heeft verklaard van de hoofdzaak kennis te nemen. De rechtbank Groningen heeft vervolgens de zaak verwezen naar de rechtbank Breda.
3.3.2.In het tussenvonnis van 14 maart 2012 heeft de rechtbank Breda een comparitie van partijen gelast.
3.3.3.In het eindvonnis van 6 juni 2012 heeft de rechtbank de vordering van Batech afgewezen. De rechtbank heeft in r.o. 4.5 geoordeeld dat Unipak redelijkerwijs mocht verwachten dat Batech begreep wat Unipak wenste te verkopen en dat met de term “juk” een stalen balk werd bedoeld. Volgens de rechtbank is Batech deskundige op het gebied van jukken en de medewerker van Batech heeft de hele partij, deels gemonteerd en deels gedemonteerd, kunnen zien. Een andere uitleg van de term ‘juk’ zou volgens de rechtbank ook leiden tot een resultaat dat Unipak nimmer gewenst kan hebben, aangezien zij niet meer dan 280 jukken dan wel 560 stalen balken kon verkopen en leveren. Gelet hierop heeft Batech haar stelling - dat Unipak heeft medegedeeld dat het om 560 jukken ging - onvoldoende onderbouwd. Nu de overeenkomst aldus dient te worden uitgelegd dat Unipak gehouden was 560 stalen balken te leveren, is zij niet te kort geschoten in de op haar rustende verbintenis, aldus de rechtbank.