Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
- wat de eerste vijf vragen betreft - de tegenovergestelde opvatting toegedaan. De Inspecteur conformeert zich aan de door de Rechtbank vastgestelde immateriële schadevergoeding op een bedrag van € 500.
4.Gronden
5.Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank;
- bepaalt dat van de Staat ter zake van het door de Inspecteur ingestelde hoger beroep door tussenkomst van de griffier een griffierecht wordt geheven van € 478;
- veroordeelt de Inspecteur in de kosten van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 9,50, en
- wijst de Staat aan als de rechtspersoon die de proceskosten moet vergoeden.
’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.