In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Breda. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, wegens medeplichtigheid aan een gewapende overval in Tilburg. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van enkele onderdelen van de bewijsvoering en strafmotivering. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, waarin hij was veroordeeld voor zijn rol in een gewapende overval die door meerdere personen was gepleegd. Het hof heeft de argumenten van de verdediging, waaronder vrijspraak en niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partijen, verworpen. Het hof oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de risico's van zijn handelen en dat hij zich had blootgesteld aan de kans op geweld. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn toegewezen, ondanks het verweer van de verdediging over de herkomst van het geld. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het bewezen feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De beslissing van het hof benadrukt de impact van gewelddadige misdrijven op slachtoffers en de maatschappij.