Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
6 maart 2014, gewezen tussen GGW als eiseres en Ploegam als gedaagde.
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 2487100/249, rolnummer 13-10339)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
“De koper die het door hem verschuldigde niet op tijd heeft betaald, is verplicht aan de verkoper alle kosten gemaakt tot inning van de vordering te vergoeden, waaronder mede zijn begrepen de buitengerechtelijke kosten, gerechtelijke- en arbitragekosten (ter beoordeling aan de rechter) en eventuele executiekosten. De buitengerechtelijke kosten worden gesteld op 15% van het verschuldigde bedrag, doch minimaal conform het tarief van Rapport Voorwerk II, met een minimum van € 150,00 per zaak.”
19 november 2012 ad € 8.434,55, van 23 november 2012 ad € 7.092,14 en van 26 november 2012 ad € 5.615,16. Op de facturen is een betalingstermijn van 30 dagen vermeld.
€ 3.171,28
€ 21.141,85
business to businessoftewel B2B). Ook het Rapport Voorwerk II behoort niet meer te worden toegepast tussen twee ondernemers. De rechter dient slechts te toetsen of hetgeen is overeengekomen ten aanzien van de kosten onredelijk is. Dat is niet het geval. Een percentage van 15% is een veelgebruikt percentage in algemene voorwaarden en gebruikelijk in de branche.
GGW heeft hoge kosten moeten maken teneinde haar vorderingen te incasseren. Er zijn diverse sommatiebrieven gestuurd, er is herhaaldelijk contact geweest met Ploegam over de betalingen, er zijn betalingsregelingen besproken en er is een faillissementsrekest opgesteld. Uit de als productie 1 bij de dagvaarding in hoger beroep overgelegde kostenstaat blijkt dat GGW aan haar raadsman € 1.322,88 exclusief BTW verschuldigd is ten aanzien van buitengerechtelijke kosten en hier komen de kosten van het incassobureau nog bij.
Ingevolge artikel 16 sub d. van de op de overeenkomst van partijen van toepassing zijnde algemene voorwaarden is de koper, Ploegam in deze, bij gebreke van tijdige betaling een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd van 15% van de verschuldigde hoofdsom. Het percentage van 15% wordt in Nederland alom gebruikt in algemene voorwaarden en is gebruikelijk in de branche; het is in ieder geval niet onredelijk hoog. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten komt niet voor toepassing in aanmerking, omdat het niet is bedoeld voor transacties tussen ondernemers, zoals de onderhavige, aldus steeds GGW.
business to businessrelatie regelend recht.