ECLI:NL:GHSHE:2014:742

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 maart 2014
Publicatiedatum
18 maart 2014
Zaaknummer
HD 200.097.486_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewind over vermogen van minderjarige door voogd: kosten ten laste van het vermogen

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, betreft het een hoger beroep inzake het bewind over het vermogen van een minderjarige, waarbij de voogd verantwoordelijk is voor de financiële zaken. De zaak is voortgekomen uit een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarin een vonnis werd gewezen op 7 september 2011. Het hof heeft in eerdere tussenarresten, gedateerd 3 januari 2012, 29 januari 2013 en 2 juli 2013, al enkele beslissingen genomen, waaronder de aanwijzing van een deskundige, ir. drs. P.A. van Steensel, om de financiële situatie van de minderjarige te onderzoeken.

Tijdens de procedure is vastgesteld dat er een aanvullend voorschot van € 5.700,00 nodig is voor de deskundige, bovenop het eerder vastgestelde voorschot van € 6.500,00. De deskundige heeft aangegeven dat de werkzaamheden omvangrijker zijn dan aanvankelijk ingeschat en dat het aanvullende bedrag noodzakelijk is om het onderzoek voort te zetten. Beide partijen hebben ingestemd met de verhoging van het voorschot en zullen elk € 2.850,00 overmaken naar het gerechtshof.

Het hof heeft in zijn uitspraak van 18 maart 2014 bepaald dat het aanvullend voorschot binnen twee weken moet worden voldaan en dat de deskundige zijn werkzaamheden zal voortzetten zodra het bedrag is ontvangen. Tevens is er een termijn vastgesteld voor het indienen van een schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van het hof. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 20 mei 2014 in afwachting van het deskundigenbericht, waarna verdere stappen in de procedure zullen worden ondernomen. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgerond.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer HD 200.097.486/01
arrest van 18 maart 2014
in de zaak van
[appellante] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
verder te noemen: [appellante] ,
advocaat: mr. G.A.M.F. Spera te Heerlen,
tegen:
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
verder te noemen: [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. R.M.W.H. Bedaux te Maastricht,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 3 januari 2012, 29 januari 2013 en 2 juli 2013 in het hoger beroep van het door de rechtbank Maastricht onder zaak-/rolnummer 160.004/ HA ZA 11-299 tussen partijen gewezen vonnis van 7 september 2011.

14.Het tussenarrest van 2 juli 2013

Bij genoemd arrest heeft het hof bepaald dat er een deskundigenonderzoek zal worden verricht door ir. drs. P.A. van Steensel. Verder is bepaald dat het voorschot van € 6.500,00 voorlopig ten laste van partijen komt, derhalve ieder € 3.250,00. De termijn van inzending van het rapport van de deskundige is bepaald op drie maanden nadat de griffier de ontvangst van het voorschot heeft bericht. Iedere verdere beslissing is aangehouden.

15.Het verdere verloop van de procedure en de verdere beoordeling

Appellante en geïntimeerde hebben op respectievelijk 9 september 2013 en 17 september 2013 het voorschot van € 3.250,00 op de aangegeven wijze voldaan.
De deskundige heeft bij brief van 18 februari 2014 aan de griffier van het hof bericht dat de werkzaamheden omvangrijker zijn gebleken dan tevoren was ingeschat. De deskundige stelt dat hij thans een goed zicht heeft op de nog te verrichten werkzaamheden en de bijbehorende tijdsbesteding en verwacht dat een aanvullend voorschot van € 5.700,00 toereikend zal zijn voor de totale bestede en nog te besteden tijd. De deskundige verzoekt een aanvullend voorschot van voormelde omvang te bepalen.
Op 20 februari 2014 heeft de griffier van het hof de brief van 18 februari 2014, waarin de deskundige een aanvullend voorschot vraagt, doorgezonden aan de advocaten van partijen en partijen in de gelegenheid gesteld binnen een termijn van veertien dagen te reageren op deze verhoging.
Mr. Spera heeft bij H-formulier van 25 februari 2014 gereageerd en mr. Bedaux bij
H-formulier van 5 maart 2014.
Partijen hebben aangegeven dat zij betreffende de verhoging van het voorschot voor de deskundige zich aan het oordeel van het hof zullen refereren.
Het hof zal dienovereenkomstig beslissen zoals in het dictum is bepaald.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

16.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat voor de kosten van de deskundige een aanvullend voorschot dient te worden voldaan van € 5.700,00 inclusief btw;
bepaalt dat elk van partijen de helft van genoemd aanvullend voorschot van € 5.700,00, derhalve € 2.850,00,
binnen 2 weken na hedenzal overmaken naar rekeningnummer NL53RBOS0569990572 ten name van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, onder vermelding van zaaknummer HD 200.097.486/01;
bepaalt dat de deskundige het onderzoek verder zal voortzetten nadat de griffier heeft bericht dat het aanvullend voorschot is ontvangen;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het aanvullend voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd nader op twee maanden na dit arrest;
verwijst de zaak naar de rol van 20 mei 2014 in afwachting van het deskundigenbericht;
na ontvangst van het deskundigenbericht zal de zaak worden verwezen naar een rol voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [appellante] .
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal toezenden;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.H.B. den Hartog Jager, N.J.M. van Etten en
G.J. Vossestein en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 18 maart 2014.