In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Roermond. De verdachte, een ongewenste vreemdeling uit Marokko, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden voor het onrechtmatig verblijf in Nederland. Het hof oordeelt dat er geen sprake is van onrechtmatig binnentreden door de politie in de garage waar de verdachte verbleef, omdat er geen bewijs is dat deze ruimte als woning kan worden gekwalificeerd. De verdachte heeft niet meegewerkt aan zijn terugkeer naar Marokko, ondanks de inspanningen van de Nederlandse overheid. Het hof bevestigt dat de Terugkeerrichtlijn niet in de weg staat aan de oplegging van een gevangenisstraf, mits de terugkeerprocedure is toegepast en de verdachte zonder geldige reden in Nederland verblijft. De verdachte heeft geen documenten ter onderbouwing van zijn identiteit en heeft geen actie ondernomen om deze te verkrijgen. Het hof concludeert dat de terugkeerprocedure is toegepast en dat de verdachte geen geldige reden heeft om in Nederland te verblijven. De redelijke termijn voor de behandeling van de zaak is geschonden, wat leidt tot een lagere straf. Het hof vernietigt het eerdere vonnis ten aanzien van de straf en legt een gevangenisstraf van 57 dagen op, met aftrek van voorarrest. Het vonnis wordt voor het overige bevestigd.