Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Overwegende dat:
- Leningnemer als gevolg van een zakelijke deconfiture tijdelijk een financieringstekort heeft opgelopen;
- Leningnemer aan leninggever heeft verzocht hem bij te staan in een te arrangeren overbruggingsfinanciering
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
4.9. Het Hof is echter van oordeel dat belanghebbende de gelden aan [E] B.V. heeft verstrekt vanuit zijn aandeelhouderspositie. Er is namelijk geen schriftelijke overeenkomst voor de geldverstrekkingen aanwezig, er is geen rente bedongen, er zijn geen afspraken gemaakt over aflossingen en er zijn geen zekerheden gesteld. Belanghebbende heeft de gelden verstrekt zonder voorwaarden, wat een onafhankelijke derde nimmer zou doen. Door het ontbreken van afspraken waaronder de gelden zijn verstrekt, moeten de gelden wel zijn verstrekt vanuit de aandeelhouderspositie. Dat belanghebbende heeft beoogd de onderneming uit een economische dip te halen wijst er eerder op dat belanghebbende heeft gehandeld vanuit zijn aandeelhoudersbelangen dan als onafhankelijk derde.
Baksteen-arrest)). Feiten en omstandigheden die zich na balansdatum hebben voorgedaan, kunnen een nader licht werpen op de vraag of er aan genoemde voorwaarden is voldaan.
5.Beslissing
’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.