Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[de man],wonende te [woonplaats],
[de man],wonende te [woonplaats],
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 22 juli 2014;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 17 september 2014;
- het proces-verbaal van contra-enquête van 20 januari 2015;
- de memorie na enquête en contra-enquête van [appellant 1] en [appellant 2];
- de antwoordmemorie na enquête van [geïntimeerde].
6.De verdere beoordeling
“De achterstallige huur dient per 1 december 2011 voldaan te zijn, conform eerder gemaakte afspraken.”Met die eerdere gemaakte afspraken wordt kennelijk gedoeld op de op 29 oktober 2010 schriftelijk vastgelegde afspraak dat [appellant 1] en [geïntimeerde] het bedrag van de huurvermindering van € 300,-- per maand over de periode van 1 juli 2010 tot 1 december 2011 alsnog verschuldigd zouden zijn als zij de woning niet zouden afnemen. Omtrent enige andere “eerder gemaakte afspraken” over de huurachterstand is niets gesteld of gebleken. Dat [geïntimeerde] in de brief van 23 augustus 2011 aanspraak heeft gemaakt op het alsnog betalen van de genoemde huurbedragen, bevestigt dat hij toen al wist dat de woning niet zou worden afgenomen.