ECLI:NL:GHSHE:2015:1635

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 april 2015
Publicatiedatum
4 mei 2015
Zaaknummer
HR 200163285-01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering van een arrest in het kader van schuldsanering

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 april 2015 een tussenuitspraak gedaan in het hoger beroep betreffende de verlenging van de looptijd van de schuldsaneringsregeling. De zaak is aanhangig gemaakt door de appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.J.T.J. Meuwissen. De bewindvoerder heeft op 3 april 2015 aan het hof bericht dat er een kennelijke fout in het dictum van het arrest van 5 maart 2015 is gemaakt. De bewindvoerder wees op de onjuiste vermelding van de data in het arrest, namelijk de datum van 7 maart 2017 die moet worden gewijzigd in 14 maart 2017, en de datum van 13 maart 2017 die moet worden gewijzigd in 13 maart 2015. Het hof heeft de brief van de bewindvoerder in overweging genomen en mr. Meuwissen de gelegenheid gegeven om zijn mening over deze kwestie te geven. Na beoordeling van de ingediende stukken heeft het hof geoordeeld dat de bewindvoerder terecht heeft geconcludeerd dat er sprake is van een kennelijke fout. Het hof heeft besloten om de data in overweging 3.10 van het arrest te verbeteren. De verbeteringen zijn op 30 april 2015 vastgesteld en zullen worden vermeld op de minuut van het arrest van 5 maart 2015. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rechters P.J.M. Bongaarts, A.P. Zweers-van Vollenhoven en J.H.Th. Veldman.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HR 200163285/01
arrest van 30 april strekkende tot VERBETERING in de zin van artikel 31 Rv van het arrest, gewezen op 5 maart 2015
in de procedure in hoger beroep die bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch aanhangig is geweest van:

[appellante],

wonende te [woonplaats],
appellante,
hierna te noemen: [appellante],
advocaat: mr. A.J.T.J. Meuwissen.
Bij brief van 3 april 2015 heeft mevrouw [bewindvoerder], hierna te noemen: de bewindvoerder, aan de griffier van het hof bericht dat het haar voorkomt dat het dictum van het arrest een kennelijke fout bevat, te weten de vermelde datum van 7 maart 2017, dit dient 14 maart 2017 te zijn, alsmede de vermelde datum van 13 maart 2017, dit dient 13 maart 2015 te zijn.
Bij brief van 7 april 2015 is mr. Meuwissen in de gelegenheid gesteld, van welke gelegenheid hij bij brief van 21 april 2015 ook gebruik heeft gemaakt, namens zijn cliënte zijn mening hierover aan het hof kenbaar te maken.
Het hof is van oordeel dat de bewindvoerder terecht heeft geconcludeerd dat sprake is van een kennelijke fout. Vaststaat dat de in overweging 3.10 van het arrest vermelde datum van 7 maart 2017 onjuist is en 14 maart 2017 dient te zijn. Vast staat eveneens dat de in overweging 3.10 vermelde datum van 13 maart 2017 onjuist is en 13 maart 2015 dient te zijn.
Vermeld arrest zal mitsdien op de volgende wijze worden verbeterd.
Het hof:
bepaalt dat in overweging 3.10 van het op 5 maart 2015 gewezen arrest van de vermelding 7 maart 2017 moet worden verbeterd en gewijzigd in 14 maart 2017 en de vermelding 13 maart 2017 moet worden verbeterd en gewijzigd in 13 maart 2015;
bepaalt dat deze verbetering onder vermelding van de datum van 30 april 2015 wordt vermeld op de minuut van het arrest van 5 maart 2015.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.J.M. Bongaarts, A.P. Zweers-van Vollenhoven en J.H.Th. Veldman en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2015.