ECLI:NL:GHSHE:2015:1915

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 mei 2015
Publicatiedatum
26 mei 2015
Zaaknummer
HD 200.159.533_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over gebreken aan de gehuurde woning met vocht- en schimmelvorming

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Woningbouwvereniging Volksbelang tegen een vonnis van de kantonrechter in Eindhoven, waarin Volksbelang werd veroordeeld tot het herstellen van schimmelvorming in de badkamer van een gehuurde woning. De geïntimeerden, die sinds 2005 de woning huren, hebben herhaaldelijk geklaagd over schimmelvorming, waarop Volksbelang verschillende maatregelen heeft genomen. Ondanks deze maatregelen bleef de schimmelvorming aanhouden, wat leidde tot een rechtszaak. De kantonrechter oordeelde dat Volksbelang de schimmelschade moest laten reinigen en dat de huurprijs tijdelijk verlaagd moest worden. Volksbelang heeft echter de schimmel niet laten reinigen, maar het stucwerk van het plafond en het kitwerk vervangen, wat door de huurders als onvoldoende werd beschouwd. In hoger beroep stelt Volksbelang dat zij volledig heeft voldaan aan de eerdere veroordeling en dat de huurders geen recht hebben op huurvermindering of dwangsommen. Het hof oordeelt dat de kern van het geschil ligt in de vraag of Volksbelang aan de veroordeling heeft voldaan. Het hof concludeert dat Volksbelang in beginsel aan haar verplichtingen heeft voldaan, maar dat dit kan veranderen indien de werkzaamheden ondeugdelijk zijn uitgevoerd. De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.159.533/01
arrest van 26 mei 2015
in de zaak van
Woningbouwvereniging Volksbelang,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
hierna aan te duiden als Volksbelang,
advocaat: mr. E. de Ruiter te Rotterdam,
tegen

1.[geïntimeerde 1],wonende te [woonplaats],

2.
[geïntimeerde 2],wonende te [woonplaats],
geïntimeerden,
hierna aan te duiden als [geïntimeerden c.s.],
advocaat: mr. R.S.S. IJff te Eindhoven,
op het bij exploot van dagvaarding van 3 november 2014 ingeleide hoger beroep van het vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch van 13 oktober 2014, gewezen tussen Volksbelang als eiseres en [geïntimeerden c.s.] als gedaagden.

1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/01282815/KG ZA 14-532)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven met één productie;
  • de memorie van antwoord met één productie;
  • de akte van Volksbelang;
  • de antwoordakte van [geïntimeerden c.s.];
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De beoordeling

3.1.
Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
3.1.1.
[geïntimeerden c.s.] huren van Volksbelang sinds 9 december 2005 de woning [adres] in [plaats]. De woning bevat een zogenaamde inpandige badkamer met mechanische ventilatie.
[geïntimeerden c.s.] hebben sinds 2006 bij Volksbelang geklaagd over schimmelvorming in de badkamer. Naar aanleiding van die klachten heeft Volksbelang in de periode 2006 – 2012 diverse maatregelen genomen, waaronder: het controleren van de ventilatie en het vernieuwen van het tegelwerk, het vervangen van de badkamerdeur, het plafond voorzien van een schimmelwerend middel, het plaatsen van een grotere ventilatiebox met een grotere capaciteit, het controleren van het warmte-terug-winsysteem, het vernieuwen van het kitwerk, het plafond voorzien van nieuw schilderwerk en een schimmelwerend middel, het plaatsen van een ventilatierooster in de badkamerdeur en het afkitten van de s-koppelingen.
3.1.2.
Omdat de schimmelvorming aanhield hebben [geïntimeerden c.s.] Volksbelang gedagvaard voor de kantonrechter in Eindhoven. Zij vorderden kort gezegd de veroordeling van Volksbelang om het gebrek aan het gehuurde, te weten de aanwezigheid van vocht- en schimmelvorming op het plafond en de wanden van de badkamer te herstellen, dit op verbeurte van een dwangsom, alsmede een huurverlaging vast te stellen totdat het gebrek zou zijn verholpen.
Volksbelang heeft zich in die procedure verweerd met de stelling dat geen sprake is van een bouwkundig of bouwfysisch gebrek en dat de schimmelvorming werd veroorzaakt door het bewonersgedrag van [geïntimeerden c.s.] Volksbelang baseerde zich hierbij op de onderzoeksresultaten van het door haar ingeschakelde bureau Trition, zoals vastgelegd in een rapport d.d. 24 april 2013.
3.1.3.
De kantonrechter heeft, na bezichtiging van de badkamer, bij vonnis van 22 mei 2014 Volksbelang veroordeeld om de schimmelschade in de badkamer grondig te laten reinigen door een gespecialiseerd schoonmaakbedrijf, zodat alle sporen van schimmelgroei in kitwerk en aan het plafond worden gedood, een en ander binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, met veroordeling van Volksbelang tot betaling aan [geïntimeerden c.s.] van een dwangsom van € 100,- per dag met een maximum van € 5.000,- dat Volksbelang niet aan het voornoemde voldoet. Verder heeft de kantonrechter voor recht verklaard dat de huur van
€ 597,71 per maand met 5% van deze huurprijs verlaagd wordt tot € 567,82, vanaf 6 maanden voorafgaand aan de datum waarop de dagvaarding in die zaak was betekend, zijnde 3 juni 2013, tot aan de datum waarop de badkamer zou zijn gereinigd door Volksbelang als in het voorgaande genoemd.
3.1.4.
Ter uitvoering van voormeld vonnis heeft Volksbelang ervoor gekozen om het plafond en het kitwerk niet te laten reinigen maar het stucwerk van het plafond en het kitwerk van de badkamer geheel te vervangen. [geïntimeerden c.s.] hebben zich akkoord verklaard met die oplossing.
De werkzaamheden zijn in opdracht van Volksbelang uitgevoerd door stucadoorsbedrijf [stucadoorsbedrijf]. Er is op het plafond een nieuwe stuclaag aangebracht en, na uitharding, een finishlaag ter bescherming van de stuclaag.
De werkzaamheden waren op 6 juni 2014 geheel voltooid.
3.1.5.
[geïntimeerden c.s.] stellen zich op het standpunt dat Volksbelang niet (volledig) heeft voldaan aan het vonnis van de kantonrechter van 22 mei 2014. Zij hebben dat vonnis op 6 augustus 2014 aan Volksbelang doen betekenen en zij stellen dat Volksbelang dwangsommen heeft verbeurd en dat zij recht hebben op huurvermindering.
3.1.6, Volksbelang stelt zich op het standpunt dat zij volledig heeft voldaan aan het vonnis van 22 mei 2014 en zij vordert in het onderhavige kort geding dat aan [geïntimeerden c.s.] een verbod wordt opgelegd om het vonnis van 22 mei 2014, wat betreft de verbeurte van dwangsommen en wat betreft de verlaging van huurprijs, ten uitvoer te leggen.
3.1.7.
De voorzieningenrechter heeft in het vonnis waarvan beroep de vorderingen van Volksbelang afgewezen na te hebben overwogen, kort gezegd, dat na uitvoering van de werkzaamheden opnieuw schimmelvorming in de badkamer is ontstaan en dat daarmee door Volksbelang niet is voldaan aan de veroordeling in het vonnis van 22 mei 2014.
3.1.8.
Volksbelang kan zich met dit vonnis niet verenigen en is in hoger beroep gekomen.
3.2.
Volksbelang heeft vijf grieven aangevoerd tegen het vonnis waarvan beroep. Die grieven lenen zich voor een gezamenlijke beoordeling. De grieven komen erop neer dat, in de visie van Volksbelang, zij volledig heeft voldaan aan de veroordeling in het vonnis van 22 mei 2014 en dat zij om die reden geen dwangsommen heeft verbeurd terwijl [geïntimeerden c.s.] evenmin aanspraak op huurvermindering kunnen maken.
3.3.
[geïntimeerden c.s.] stellen zich op het standpunt dat Volksbelang niet (volledig) heeft voldaan aan de veroordeling in het vonnis van 22 mei 2014 aangezien binnen twee weken na de voltooiing van de werkzaamheden in de badkamer (uitgevoerd naar aanleiding van het vonnis van 22 mei 2014) te weten: vervanging van het stucwerk op het plafond en van het kitwerk, sprake was van (zo begrijpt het hof) afbladderen van de finishlaag op het plafond en van nieuwe schimmelvorming.
3.4.
Volksbelang stelt zich hiertegenover op het standpunt dat de werkzaamheden naar aanleiding van het vonnis van 22 mei 2014 deugdelijk zijn uitgevoerd en dat de nieuw ontstane problemen zijn veroorzaakt door omstandigheden die voor rekening komen van [geïntimeerden c.s.] Zij verwijst in dit verband naar de brief van het stucadoorsbedrijf [stucadoorsbedrijf] d.d. 3 juli 2014 (productie 6 inleidende dagvaarding) welk bedrijf de werkzaamheden heeft uitgevoerd en op 25 juni 2014 de badkamer heeft bezichtigd. In de brief wordt – kort gezegd – vermeld dat de werkzaamheden deugdelijk zijn uitgevoerd en dat er sprake moet zijn geweest van een extreem klimaat in de badkamer wat betreft temperatuur en luchtvochtigheid en dat daardoor nieuwe schade en schimmelvorming is ontstaan.
3.5.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Kern van het geschil tussen partijen is de vraag of Volksbelang al dan niet heeft voldaan aan de veroordeling zoals geformuleerd in het dictum van het vonnis van 22 mei 2014.
Bij de beantwoording van deze vraag dienen de werkzaamheden, zoals Volksbelang die heeft laten uitvoeren, te worden getoetst aan de inhoud van de veroordeling zoals deze door uitleg moet worden vastgesteld. Daarbij dient het hof het doel en de strekking van de veroordeling tot uitgangspunt te nemen in die zin dat de veroordeling niet verder strekt dan tot het bereiken van het daarmee beoogde doel ( onder meer: HR 15 november 2002 ECLI:NL:HR:2002:AE9400).
Bij de uitleg van de veroordeling in de onderhavige zaak dient mede acht te worden geslagen op de overwegingen van de kantonrechter die hebben geleid tot de veroordeling in het dictum van het vonnis van 22 mei 2014. In dit verband zijn in het bijzonder de volgende overwegingen van belang:
4.4.
Tijdens de comparitie ter plaatse heeft de kantonrechter het volgende geconstateerd. De muren van de badkamer zijn betegeld. In een aantal tegelvoegen constateert de kantonrechter schimmelvorming. Ter plaatse is de kantonrechter gebleken dat met behulp van HG schimmelreiniger de schimmels in de tegelvoegen betrekkelijk snel en eenvoudig zijn te verwijderen. Naar het oordeel van de kantonrechter mag van [geïntimeerde 1] worden verwacht dat zij met enige regelmaat eventueel optredende schimmelvorming in de tegelvoegen of op de tegels met daartoe geëigende middelen, zoals een HG schimmelreiniger, verwijdert. De optredende schimmelvorming tussen de tegelvoegen acht de kantonrechter derhalve geen gebrek als bedoeld in art. 7:204 BW.
In de hoek waar de douche zich bevindt loopt een verticale kitnaad tussen beide betegelde muren. Die verticale kitnaad vertoont vanaf ooghoogte naar beneden schimmelvorming. Ook door Volksbelang is aangegeven dat deze kitnaad moet worden vervangen. Volksbelang zegt ter comparitie toe deze kitnaad op haar kosten te vervangen. De kantonrechter acht deze beperkte schimmelvorming aan de kitnaad niet van dien aard dat sprake is van een vermindering van het huurgenot die een lagere huurprijs rechtvaardigt.
Ten slotte zijn tijdens de zitting ter plaatse vlekkerige (zalmkleurige) verkleuringen in het plafond waargenomen. Deze verkleuringen zijn volgens Volksbelang veroorzaakt door een chemische werking tussen het betonnen plafond en het daarop gespoten spack (een soort sier/stucwerk). Hoewel deze vlekken cosmetisch gezien de badkamer ontsieren, is niet komen vast te staan dat sprake is van schimmelvorming of van een gebrek in de zin van artikel 7:204 BW. Voorts zijn op het plafond zwarte puntjes geconstateerd. Partijen zijn het er over eens dat sprake is van schimmelvorming. Naar het oordeel van de kantonrechter is deze schimmelvorming wel te beschouwen als een (overigens relatief gering) gebrek, zeker in het licht van het feit dat ook het plafond is bewerkt en geprepareerd in verband met eerdere schimmelvorming. Van [geïntimeerde 1] kan niet verwacht worden dat hij met grote
regelmaat ook het plafond bewerkt met schimmelreiniger. (…)
4.9.
Naar de oorzaak van de schimmelvorming hebben reeds drie bedrijven onderzoek gedaan. Twee bedrijven hebben geen aantoonbare oorzaak kunnen vinden, een derde bedrijf twijfelt of [geïntimeerden c.s.] de badkamer wel zo grondig droog maken zoals vereist. Ook de kantonrechter heeft geconstateerd dat de schimmelvorming betrekkelijk snel en eenvoudig kan worden verwijderd met schimmelreiniger. Om proceseconomische redenen zal de kantonrechter dan ook niet overgaan tot het benoemen van een – kostbare - deskundige.
3.6.
Het hof concludeert, mede op grond van deze overwegingen van de kantonrechter, dat voor de vraag of Volksbelang al dan niet heeft voldaan aan de aan haar opgelegde veroordeling, uitsluitend beoordeeld dient te worden of Volksbelang de schimmelgroei op het kitwerk en aan het plafond van de badkamer (grondig) heeft doen verwijderen. Anders dan [geïntimeerden c.s.] lijken te veronderstellen heeft de veroordeling niet mede betrekking op de wanden en de vloer van de badkamer en op de douchecabine.
3.7.
Het hof is van oordeel dat Volksbelang, met de in haar opdracht uitgevoerde werkzaamheden, in beginsel heeft voldaan aan de aan haar opgelegde verplichting in het vonnis van 22 mei 2014. Dit kan echter anders zijn indien de werkzaamheden ondeugdelijk zijn uitgevoerd en als gevolg daarvan weer nieuwe schimmelvorming is ontstaan.
[geïntimeerden c.s.] stellen in hun antwoordakte van 31 maart 2015 dat inmiddels een onafhankelijk onderzoek in een andere procedure heeft uitgewezen dat op geen enkele wijze de schimmelvorming en het losgelaten stucwerk aan [geïntimeerden c.s.] kan zijn te wijten en dat Volksbelang inmiddels werkzaamheden heeft laten verrichten om alsnog alle door de deskundige geconstateerde gebreken – waaronder enorme schimmel- en vochtvorming in het plafond en de wanden van de badkamer – te (laten) herstellen.
3.8.
Volksbelang heeft nog niet op deze stelling kunnen reageren. Het hof zal haar in de gelegenheid stellen dit alsnog bij akte te doen, onder overlegging van het deskundigenrapport waarop [geïntimeerden c.s.] doelen in hun antwoordakte.
Volksbelang dient tevens bij haar akte het procesdossier van de eerste aanleg te completeren: het hof beschikt slechts over de inleidende dagvaarding en het vonnis, niet over de stukken die in de memorie van grieven onder b) tot en met e) zijn genoemd.
3.9.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 16 juni 2015 voor akte aan de zijde van Volksbelang met het hiervoor onder 3.8 genoemde doel;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. N.J.M. van Etten, W.H.B. den Hartog Jager en M.A. Wabeke en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 26 mei 2015.
griffier rolraadsheer