Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- primair te bekrachtigen onder verbetering van de gronden waarvan beroep;
- subsidiair gedeeltelijk te vernietigen ter zake het oordeel dat het gezag uiteindelijk bij de pleegouders zal komen te liggen en dat thans sprake is van een tussenstap, en voor het overige te bekrachtigen;
- meer subsidiair te vernietigen en onder verbetering van de gronden waarvan beroep en opnieuw rechtdoende bij beschikking te bepalen dat de ouders van het ouderlijk gezag over de minderjarige [dochter] worden ontheven en de stichting wordt benoemd tot voogdes.
3.De beoordeling
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is als onbetwist komen vast te staan dat alle partijen, ook de ouders, het thans eens zijn met ontheffing van de ouders van het gezag over [dochter] en met de benoeming van de stichting tot voogdes over [dochter] . De ouders hebben dit ter zitting expliciet bevestigd. In zoverre wensen de ouders geen andere beslissing dan die de rechtbank in eerste aanleg heeft gegeven.