Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
gelet op het feit dat ik momenteel duidelijke afspraken met u heb gemaakt over een eventuele betaling onder uw borgstelling dring ik momenteel niet aan op directe betaling, maar uit deze brief blijkt niet dat [schuldeiser] zijn vordering heeft opgegeven, dan wel heeft achtergesteld. De vordering van [schuldeiser] is daarmee gewoon geldig, en kan ook dienen als steunvordering. Het enkele feit dat op dit moment niet wordt aangedrongen op betaling, doet aan het zijn van steunvordering dan ook niet af. Het hof verwerpt het verweer.
4.De uitspraak
[Holding] Holding B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] en kantoorhoudend te [postcode] , [adres] in staat van faillissement;