Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaarthet hoger beroep ongegrond;
- bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd door de gemeente Tilburg. De naheffingsaanslag, ter hoogte van € 66,10, werd opgelegd omdat de parkeercontroleur constateerde dat er geen geldig parkeerkaartje zichtbaar achter de voorruit van de auto lag. Belanghebbende had wel een parkeerticket, maar dit was niet geldig op de aangewezen parkeerplaats. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep ging bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. Tijdens de zitting op 4 maart 2016 was belanghebbende niet aanwezig, maar de Heffingsambtenaar was vertegenwoordigd. Het Hof oordeelde dat de Heffingsambtenaar aan zijn bewijslast had voldaan door middel van een ambtsedige verklaring van de parkeercontroleur en foto’s van de situatie ter plaatse. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Belanghebbende had geen tegenbewijs geleverd voor haar stelling dat een geldig parkeerkaartje in het handschoenenkastje lag. Het Hof concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en dat er geen reden was voor een proceskostenveroordeling.